Jonathan Holslag ziet dominantie als een voorteken van zelfgenoegzaamheid
Jonathan Holslag, ‘Van muur tot muur’
In de film ‘Eye in the sky’ (’15) zien we hoe een negenjarige meisje een dronemissie in de war stuurt. Vlak voor het huis waar een internationale terroristenbende zich schuilhoudt, beslist ze halt te houden om er een paar broden aan de man te brengen. Kolonel Catherine Powell (Helen Mirren) begrijpt dat een aanval de dood van het meisje zal betekenen. Turend naar een groot scherm probeert ze tot een beslissing te komen. Eén dode of een bende terroristen laten lopen die potentieel duizenden mensen kunnen ombrengen?
De wereld buiten de muren van het commandocentrum is herleid tot een scherm. Speelt het drama zich af in Kenia of in Soedan? En doet dat ertoe? ‘Eye in the sky’ bevestigt zonder reserve het beeld van het Westen als globale scherprechter. In ‘Van muur tot muur’ onderwerpt Jonathan Holslag (1981) dergelijke evidentie aan een onderzoek. Wordt de vanzelfsprekendheid waarmee de westerse wereld zich gedraagt op het wereldtoneel nog gestaafd door feiten?
Het misverstand rond Fukuyama
Holslag keert terug naar de val van de Berlijnse muur in november 1989. Drie jaar later – en twee jaar na het instorten van de U.S.S.R. – publiceerde Francis Fukuyama het lijvige essay ‘The end of history’, waarvan de titel door velen werd begrepen als een kritiekloze viering van het liberalisme. Holslag ziet het als een tragische misvatting:
Dat essay was allesbehalve triomfantelijk. Het voorspelde juist dat op die zege een sombere tijd zou volgen […] Hij wilde […] zeggen dat mensen meer verwachten van het leven dan alleen maar economisch calculeren, het oplossen van technische problemen en het bevredigen van kooplust.
Persoonlijke insteek
Holslag analyseert de dertigjarige periode tussen het einde van de D.D.R. en ons huidige wereldorde via diverse invalshoeken. Zo wisselt hij – op het eerste zicht – gortdroog cijfermateriaal af met een persoonlijke insteek. Over de toenemende neiging te schermen met muren en hekkens wanneer het onderwerp immigratie aangeroerd wordt, merkt hij op:
Een ander gevolg was meer veiligheidspopulisme […] Het leverde politici meer op om zich stoer voor te doen, door middel van muren en hekken langs de grens, schaamlapoperaties en, vooral in Europa, zwaarbewapende militairen die door de stedelijke straten patrouilleerden.
Panoramische blik
Ook op andere momenten neemt hij stelling. Het inzetten van kleine militaire teams in conflictgebieden als het Midden-Oosten vergelijkt Holslag met hedgefondsen. In beide gevallen is de eigen inbreng beperkt, wordt er geleend van de ander en probeert men een maximale winst te genereren. Is er dan zo’n groot verschil tussen financiële en militaire logica?
Boeken als ‘Van muur tot muur’ verschijnen te weinig. Ze bieden een panoramische blik op de wereld waarin we leven, geven de kans kennis te nemen van geopolitieke fenomenen. Holslag trekt in dit werk frequent analogieën tussen het Westen en het Romeinse Rijk. Het Romeinse Rijk ging ten onder aan het idee dat hun heerschappij vanzelfsprekend was. Toch is ‘Van muur tot muur’ geen fatalistisch boek. Daarvoor herinnert Jonathan Holslag te veel aan de principes van de verlichting waarbij de geëmancipeerde burger het einddoel is.