Van Haute doorprikt de mythe van Japan
Luk Van Haute, ‘Japan. Schetsen uit het leven’
Over Japan maken ze ons allerlei blaasjes wijs. ‘Ze’, dat zijn niet alleen toeristen die de unieke combinatie van oost en west prijzen, maar ook journalisten die zich beperken tot reportages over ‘rare kwibussen’, Hollywood en zijn samoerais en niet in het minste Japan zelf, dat zich in de picture zet als ‘cool Japan’, het land van anime en manga. Het beeld van Japan als homogeen en harmonieus land is, kortom, uitgevonden. Hoog tijd voor nuance, aldus Luk Van Haute.
Van Haute, japanoloog en vertaler van Nobelprijswinnaar Kenzaburo Oë en Haruki Murakami, laat in ‘Japan. Schetsen uit het leven’ vooral zien hoe divers de Japanse maatschappij eigenlijk is. Vertrekkende vanuit zijn persoonlijke ervaringen neemt hij ons in een vlotte stijl mee langs een internationaal studentenhuis vol kakkerlakken, undergroundbars, religieuze groeperingen, de sumo-ring en gebieden die getroffen zijn door aardbevingen en tsunami’s. Geen eenheidsworst, lijkt Van Haute vooral te willen zeggen, terwijl hij ons laat kennismaken met allerlei kleurrijke figuren die zijn pad in Japan gekruist hebben.
Dat levert vooral in het eerste gedeelte uiterst vermakelijke anekdotes op. Passeren de revue: Haru, de zanger-bassist van de groep The Piizu oftewel Berooide Gekken met albumtitels als ‘Exciting 3 cocks special’, Van Hautes kettingrokende bazin Honma, zijn figurantenrol in een Japanse film en de fonetische Engelse lessen, waarbij strawberry wordt uitgesproken als sutorooberii. Alle scènes zijn losjes aan elkaar gekoppeld, als essays en ietwat geforceerd onder enkele overkoepelende thema’s geplaatst zoals internationalisering, religie en de strijd tegen de natuur(rampen).
Van Haute plaatst zijn ervaringen steeds in een ruimere, historische context. Zo raakt hij ook aan de militaire en politieke geschiedenis van het land, die tot op vandaag Japan verdeelt. Meer actueel becommentarieert hij het nationalistische beleid van premier Shinzo Abe, de creativiteit waarmee Japan omgaat met quota voor gendergelijkheid, de censurerende vinger van magistraten en de controverses rond de Zomerspelen in 2020.
De persoonlijke insteek zorgt ervoor dat Van Haute zelden betweterig klinkt. Dit zijn slechts schetsen of observaties van een Belg in Japan. Hier is geen expert aan het woord die eens zal laten zien hoe het er dan wél aan toegaat in het land van de rijzende zon. Het boek is veeleer een uitnodiging om voorbij de clichés te kijken: ‘Ja, maar, zult u misschien zeggen, ik ben ook weleens in Japan geweest en ik heb daar heel andere mensen ontmoet en heel andere dingen meegemaakt.’ ‘Nou, mooi zo, dat bewijst dan meteen wat ik bedoel.’
De anekdotiek houdt tegelijk een beperking in. Zo komen een aantal van de meest hardnekkige clichés gewoonweg niet aan bod: zelfmoord, hentai (de befaamde pornografische manga) en maid-cafés, waar serveersters in schooluniformpjes hun klanten bedienen. Van Haute zelf is nog nooit in een maid-café geweest, schrijft hij: ‘Nee, ik heb nooit de Fuji beklommen. Als ik een van beide ooit toch doe, schrijf ik er wellicht alsnog over, zeker als ik samen met zo’n maid de Fuji beklim.’ Dat boek willen wij alvast graag lezen.