Hoe kwetsbaar was Nietzsche als filosoof?
Friedrich Nietzsche, ‘De levensgevaarlijke jaren’
Friedrich Nietzsche (1844-1900), de filosoof met de hamer, woonde van 1879 tot zijn geestelijke instorting in 1889 afwisselend in Zuid-Frankrijk, Zwitserland en Italië. Van daaruit schreef hij geregeld brieven naar zijn kennissen en vrienden. Zijn correspondentie uit die periode werd nu verzameld in ‘De levensgevaarlijke jaren. Een keuze uit de brieven 1879-1889’. Een unieke brievencollectie voorzien van een heldere inleiding door Peter Claessens.
De filosoof als arts van de cultuur
Wie zijn talloze brieven leest ontkomt niet aan de indruk dat filosofie nu eenmaal zijn lot is. Een opgave waaraan hij niet kan ontsnappen, meer bepaald het zoeken naar een uitweg uit het nihilisme. Vandaar dat zijn correspondentie – zijn vroeger filosofisch werk buiten beschouwing gelaten – een existentiële inslag heeft. Hij beschouwt de filosoof als een arts van de cultuur. Om die reden legt hij zichzelf op om in isolatie te gaan. Een middel om een geneesmiddel te vinden voor een zieke wereld.
Ofschoon hij ooit liet optekenen ‘ik ben de eenzaamheid als mens’ was hij in werkelijkheid nooit eenzaam. Het was veeleer een gedachte van een belangrijk denker die iedereen tot zelfbezinning wil aanzetten. Omdat hij ervan overtuigd is dat weinigen dit zullen doen veroordeelt hij zichzelf tot eenzaamheid. Hierover staat heel wat te lezen in zijn brieven, net zoals hij ervan overtuigd was dat zijn werk geen gehoor zou vinden in zijn eigen tijd. Dus kan hij maar beter het gezelschap opzoeken van grote denkers die wel erkenning kregen: Schopenhauer, Napoleon, Stendahl en Machiavelli.
Afscheid nemen van zijn zus
Los van al zijn filosofische beschouwingen die uitvoerig aan bod komen in ‘Zo sprak Zarathoestra’ of ‘Menselijk, al te menselijk’ werpt ‘De levensgevaarlijke jaren’ een helder licht op de kwetsbare man achter de filosoof. Hoe hij bijvoorbeeld anno 1888 definitief afscheid neemt van zijn zus Elisabeth hij als een ‘antisemitische gans’ omschrijft.
‘…ik doe vooral het dringend verzoek je niet door een vriendelijk bedoelde en in dit geval juist gevaarlijke nieuwsgierigheid ertoe te laten verleiden de publicaties van mijn hand die op het punt staan te verschijnen, te lezen.’
Openhartige brieven aan Lou Salomé
In tal van andere brieven heeft hij het uitvoerig over zijn complexe relatie met Lou (Andreus-) Salomé. Een jonge Russische getalenteerde vrouw die in zijn filosofisch denken meeging. Van een andere aard is zijn briefwisseling met Malwida von Meysenbug, een adellijke dame met wie hij een tijdlang in Sorrento verbleef. Aan zijn goede vriend en moraalfilosoof Paul Rée schrijft hij dan weer over zijn dagelijkse besognes en hoe het nu verder moet met Lou. De rest van de brieven die aan anderen zijn gericht vervolledigen het portret dat Nietzsche van zichzelf ophangt en hoe hij tegenover het mensdom staat.
‘De levensgevaarlijke jaren’ loont zeer de moeite, al was het maar omdat het de neergang schetst van een radicaal filosoof en zijn tijd. Of hoe Nietzsche zijn denkend leven in een roes besluit.