Schopt Herman Brusselmans te wild om zich heen?
Herman Brusselmans, ‘Geschiedenis van de moderne literatuur’
Herman Brusselmans (1957) heeft met zijn ‘Geschiedenis van de moderne literatuur’ meer dan een stevige knuppel in het literaire hoenderhok van de Lage Landen gegooid. De verontwaardiging bij sommigen is groot. Ten onrechte. Wie zijn studie – een verlengstuk van ‘De geschiedenis van de Vlaamse letterkunde’ (1988) en ‘De geschiedenis van de wereldliteratuur’ (1989) – aandachtig leest, weet waar het de auteur om te doen is. Vernietigen wat slecht is, prijzen wat goed is en tussendoor de lezer met hilarische passages troost en urenlange ontspanning bieden. Wat kan de hedendaagse lezer overigens nog meer verlangen?
Mag er nog gelachen worden in Vlaanderen?
Het zal wellicht niemand nog verwonderen dat Brusselmans met ‘Geschiedenis van de moderne literatuur’ al heel wat ophef heeft veroorzaakt. Het boek was amper uit of iedereen, zelfs degenen die het niet hadden gelezen, had er een uitgesproken mening over. Snel geschreven stukjes op Facebook en columns van op wraak beluste recensenten of schrijvers waren het resultaat. De toon was gezet: dit kon geen goed boek zijn. Een weldenkend mens vraagt zich hierbij af of Brusselmans in Vlaanderen nog wel goed wordt gelezen? Hebben ze het lachen hier dan verleerd?
Het is een ijzeren wet dat in ‘Geschiedenis van de moderne literatuur’ vrijwel iedere auteur te grazen wordt genomen. Zelfs de maker van dit niet te missen standaardwerk, vol dubbele bodems en een gezonde dosis ongein, schroomt zich niet om zichzelf af en toe van zijn sokkel te blazen. Zo bekent hij openlijk dat Stefan Hertmans tien keer beter schrijft dan hij.
Lachen met wie buiten de prijzen valt
Hoe hard en vooral nietsontziend hij tegen alles en iedereen tekeergaat, toch is zijn zogenaamd literaire studie de neerslag van een belezen iemand. Wie voor kwaliteit staat prijkt hoog op zijn lijstje: Tom Lanoye, Peter Terrin, Christophe Vekeman, Ivo Victoria, Delphine Lecompte, Hans Verhagen, Maartje Wortel, Heere Heeresma en anderen zoals ten onrechte compleet vergeten namen als Gust Gils en F.B. Hotz.
Voor wie buiten de prijzen valt wordt op een geestige manier op de korrel genomen, zoals bijvoorbeeld Saskia De Coster:
‘Zij heeft een zoon die ze niet op eigen kracht gebaard heeft, dat moest haar lesbische vriendin voor haar doen. (…) Waarom verkoopt ze hem niet aan rondtrekkende zigeuners? Zo zal het ventje tenminste mannelijke rolmodellen in z’n buurt hebben, en kan hij, binnen de vijftien jaar, uitgroeien tot een volleerd voddenverkoper, handelaar in tweedehands Mercedessen, vuurspuwer, achtereenstruikschijter, of wat die zigeneurs nog allemaal uitvreten.’
Gerard Reve is altijd in de buurt
En zo dendert hij met zijn Street Triple of Street Twin met hoge snelheid door het literaire landschap van de Lage Landen. Evenwel niet zonder af en toe van zijn stalen monster te stappen om met zijn bic in een notitieboekje regels te schrijven als ‘Ik voel me alsof de adem zich niet welkom voelt in mij’ of ‘Hoog waait het vaandel der liefde op de ruïne van mijn bestaan’. Alsof Reve – die hem terloops vraagt of hij des zondags ter kerke gaat – in de buurt is.
Wars van leugen en bedrog is ‘Geschiedenis van de moderne literatuur’ een turf van ruim 600 bladzijden waarin Herman Brusselmans zich naar het einde toe afvraagt waar hij als schrijver staat en wat de toekomst voor hem nog in petto heeft. Een vraag waarover hij het met Lena – ze is het hele boek door prominent aanwezig – geregeld heeft.
‘Nee, prettig gezelschap voor een partner ben ik al een tijdje niet, dat weet ik, dat besef ik, daar hoeft niemand een tekening bij te maken. En m’n best doen om het tij te keren zal niet simpel zijn, maar laten we zeggen dat ik voor hetere vuren heb gestaan.’
Conclusie: Brusselmans heeft een grappig en eerlijk werkstuk afgeleverd dat best naast ‘De man die werk vond’, ‘Het mooie kotsende meisje’ en ‘Hij schreef te weinig boeken’ mag staan pronken. Het is dan ook de hoogste tijd dat hem eindelijk eens een belangrijke literaire prijs wordt toegekend.