In ‘Drift’ beschrijft Bregje Hofstede het onbeschrijflijke
Bregje Hofstede, ‘Drift’
Het einde verwerken van een liefde die een decennium beslagen heeft, het is geen vanzelfsprekende opdracht. Pijn, teleurstelling, frustratie, verdriet, weemoed… zijn niet vreemd aan eender welke relatiebreuk, maar zijn onvermijdelijk veel groter bij zo’n intense en langdurige liefde. Toch gaat Bregje Hofstede in ‘Drift’ voluit de confrontatie aan met het hele scala aan emoties.
Het verhaal begint wanneer het gelijknamige hoofdpersonage midden in de nacht vertrekt met niet meer dan een rugzak vol schriftjes waarin ze haar leven tot dan toe gedocumenteerd heeft. Het is haar te veel geworden; de relatie die al langer stevige barsten vertoonde, is uiteindelijk ontploft. In wat volgt gaat ze aan de hand van die schriftjes, brieven en haar ongeschreven herinneringen na hoe een op het eerste gezicht voorbestemde liefde zo kon foutlopen.
Met ‘Drift’ heeft Hofstede niet alleen haar meest persoonlijke roman tot nu toe geschreven, maar ook een waarin haar schrijftalent onbegrensd z’n gang mag gaan en dat is mooi om te zien. Vorm en inhoud zijn erg nauw met elkaar verbonden waardoor het boek een natuurlijk geheel wordt. Zo bieden de drie grote delen waarin het is opgedeeld niet alleen vormelijk een houvast, maar schetsen ze ook hoe het hoofdpersonage op bijna danteske wijze afdaalt naar de diepste krochten van haar verleden. In eerste instantie lijkt het een zoektocht te zijn naar iets dat de brokken weer kan lijmen, maar langzaamaan brengt die afdaling ook een zekere spanning in het verhaal, iets dat niet meteen voor de hand ligt in een liefdesroman.
De hoofdstukjes tussenin, uit de debuutroman van het hoofdpersonage, zijn dan weer een knappe vondst om afwisseling in het verhaal te brengen en de lezer op metaniveau te laten kennismaken met de ‘Drift’-Bregje. Soms durft zo’n eenzaam hoofdstuk je weliswaar even volledig uit het verhaal te halen en heb je daar op dat moment niet zo bijster veel zin in. Desondanks bieden ze welkome adempauzes, want de intensiteit van de relatie sluipt langzaam maar zeker ook het hoofd van de lezer in.
Die ervaring wordt bovendien nog eens versterkt door de prachtige beeldspraak waar het boek bol van staat. Die dwingt je subtiel om even stil te staan, het verhaal rustig te verorberen en het niet als een hapklare brok junkfood naar binnen te spelen – al doet de verteltrant anders vermoeden, want het leest erg vlot. De protagonist, die door heel wat andere personages als arrogant en hard wordt omschreven, krijgt onder andere op die manier wat zachtheid, tederheid. Op zijn beurt krijgt de lezer zo dan weer de kans om enige sympathie voor haar te voelen en mee in het verhaal te stappen.
Met ‘Drift’ stapt Bregje Hofstede uit een zekere comfortzone, maar met zoveel elegantie dat je als lezer oprecht hoopt dat ze er ook niet meer naar terugkeert. Al hebben wij er alle vertrouwen in dat het met Hofstedes schrijftalent alleen maar beter kan worden.