‘Na de aardbeving’ is een (nu ja) realistische Murakami
Haruki Murakami, ‘Na de aardbeving’
Als we spreken over Haruki Murakami, mogen we het stilaan wel over een fenomeen hebben. De boeken van de Japanner zijn een succes in elke taal waarin ze vertaald worden en zijn schare fans wordt dan ook alsmaar groter. Overal ter wereld houden mensen van de dromerige sfeer die zijn werk uitademt. Het mag daarom niet verbazen dat sommigen de literaire populariteit van Murakami vergelijken met het filmsucces van David Lynch en met de faam van Salvador Dalí in de schilderkunst.
Murakami is echter niet voor één gat te vangen. De Japanse grootmeester wil niet versleten worden voor een one-trick pony en werkt daarom ook aan een oeuvre met een meer realistisch karakter. Zo publiceerde hij ‘Underground’ en ‘Na de aardbeving’. Twee boeken die de vinger aan de pols van de Japanse samenleving houden. Beide bundels gaan over de rampen die Japan in 1995 een fikse knauw in het zelfvertrouwen bezorgden. ‘Underground’ handelt over de aanslagen met zenuwgas in de metro van Tokyo, maar is jammer genoeg nog niet in het Nederlands vertaald. ‘Na de aardbeving’ ligt nu wel bij ons in de boekhandel, klaar om aangeschaft te worden door iedereen die zichzelf literair eens flink wil verwennen.
‘Na de aardbeving’ is een verzameling van zes prachtige kortverhalen. Het merendeel schreef Murakami kort na de zware aardschok die de Japanse stad Kobe zo ongeveer met de grond gelijk maakte en aan meer dan zesduizend mensen het leven kostte. De personages die in dit boek rondlopen, bevinden zich allemaal ver weg van de ramp. Ze zijn geen directe slachtoffers. Sommigen horen zelfs enkel via de televisie over de gebeurtenissen. Wat ze wel gemeen hebben, is dat ze in een recent verleden allemaal iets meegemaakt hebben wat hun wereld deed instorten. ‘We geloven in het algemeen dat de grond waarop we lopen stabiel is […] Maar dan opeens verandert de vaste grond waarop we leven in vloeistof […]’ schrijft Murakami in zijn nawoord. Hij heeft het over de aardebeving in Kobe, maar het mag duidelijk zijn dat dit evengoed een metafoor is voor omwentelingen in het leven van alledag.
Dit wil echter niet zeggen dat de zes verhalen alledaags zijn. Deze bundel mag dan wel een meer realistische inslag hebben, er lopen gigantische kikkers in rond, die vlotjes Nietzsche en Dostojevski citeren. Om maar te zeggen dat ‘Na de aardbeving’ vintage Murakami is. Ook de personages die in dit boek ronddwalen zijn erg typisch voor de Japanse succesauteur. In het overgrote deel van de gevallen zijn het jonge adolescenten die, wanneer ze objectief naar zichzelf en hun leven kijken, zich afvragen of dit alles is. Vaak wordt gezegd dat het antihelden zijn, maar dat is fout. In de wereld van Murakami zijn zij net de dapperen. Zij zijn moedig genoeg om zich die vraag te durven stellen. In het ontroerende verhaal ‘Kikker redt Tokyo’ behoedt één van de protagonisten op die manier zelfs de Japanse hoofdstad voor de ondergang.
‘Na de aardbeving’ is het eerste Nederlandstalige boek waarin Murakami een evenwicht probeert te vinden tussen de bovennatuurlijke elementen waarmee hij al zoveel succes oogstte, en een meer aardse benadering. Het resultaat mag er wezen. Deze bundel kortverhalen behoort tot zijn beste werk tot nog toe. In zijn nawoord stelt de schrijver dat de enige manier om ons evenwicht te behouden, erin bestaat ons eigen verhaal te blijven vertellen. En dan liefst een verhaal met een moraal die ons kan opwarmen en opbeuren. ‘Na de aardbeving’ doet dat. Wij vonden alvast geen groter compliment dat we aan een boek hadden kunnen geven.