Connie Palmens ‘Jij zegt het’ is prijzenmateriaal
Connie Palmen, ‘Jij zegt het’
Bij Connie Palmen, de grote dame van de Nederlandse literatuur, lopen leven en literatuur vaak kriskras door elkaar. We denken bijvoorbeeld aan ‘I.M.’ waarin Palmen schrijft over haar grote liefde Ischa Meijer, en aan de prachtige doch ophefmakende sleutelroman ‘Lucifer’, waarin Palmen schrijft over de dood van actrice Marina Schapers en de vermeende betrokkenheid van Peter Schat. Ook in haar nieuwste worp ‘Jij zegt het’ trekt Palmen duidelijk de kaart van de verwevenheid van realiteit en literatuur. Palmen voert immers Ted Hughes ten tonele. Deze in eerste instantie gevierde, maar na de dood van zijn echtgenote Sylvia Plath door sommigen verguisde dichter mag in Palmens nieuwste roman zijn versie van de feiten doen.
Sylvia Plath, die bekend werd met haar poëzie en haar semi-autobiografische roman ‘The bell jar’, wordt in dit boek zeker niet op een voetstuk geplaatst. Vanaf het prille begin van hun relatie is duidelijk dat Plath het leven van Hughes er beslist niet gemakkelijker op maakt en Hughes’ vrienden en familieleden zijn dan ook niet voor Plath gewonnen. Toch weet Plath Hughes te begeesteren en worden de twee een iconisch liefdespaar. Plaths worsteling met de weerkerende depressies en haar ziekelijke jaloezie stellen de verhoudingen geregeld scherp, maar even vaak wordt de strijdbijl weer begraven. Het loopt evenwel goed fout wanneer Hughes voor langere tijd het huis verlaat en een buitenechtelijke affaire aanknoopt.
Met ‘Jij zegt het’ lapt Connie Palmen eens te meer alle genreregels aan haar laarzen. Haar nieuwe werk houdt het midden tussen roman, biografie en autobiografie. Palmen zelf wil duidelijk haar versie van het liefdesverhaal van Plath en Hughes kwijt, maar deinst er niet voor terug om het geheel open te trekken en er een weerkerend patroon in te zien. Er zijn duizenden mensen die er een soortgelijke relatie op na houden en spijtig genoeg lopen dergelijke verhalen slechts zelden goed af. Als je een Elektra ontmoet, weet je immers ‘dat ze haar moeder zal vermoorden, of de moeder in zichzelf’. Naast deze uitgebreide psychologische duiding is er ook een bovennatuurlijke lezing van het verhaal mogelijk. De experimenten met het ouijabord hebben uiterst kwalijke gevolgen en zorgen ervoor dat Plaths vader nadrukkelijker dan ooit in haar gedachten komt rondspoken.
Je merkt hier reeds de enorme gelaagdheid van Palmens roman, die verder ook een grote liefde voor de mythologie verraadt. Charon, Adam & Eva, Lilith, Isis & Toth, … De mythologische verwijzingen zijn amper bij te houden en slagen erin de roman nog meer te verrijken.
Palmen heeft met ‘Jij zegt het’ een huzarenstukje neergezet. Ze zal met dit boek enorme aantallen lezers weten te charmeren, want er is voor ieder wat wils. Lees het als een noodlottige liefdeshistorie, een verhaal over een ontspoorde vrouw met een Elektracomplex of verdiep je in de overige mythologische verwijzingen. Vast staat dat Connie Palmen met deze roman prijzen gaat winnen.