Hoe een bang jongetje schrijver is geworden

Hoe een bang jongetje schrijver is geworden

Adriaan van Dis, ‘Naar zachtheid en een warm omhelzen’ 4 out of 5 stars

Wie ‘Naar zachtheid en een warm omhelzen’ uit heeft, ontkomt niet aan het gegeven dat veel wat Adriaan van Dis (1946) de voorbije jaren heeft geschreven over zijn eigen leven gaat. Met meesterlijke pen keert hij dit keer terug naar zijn jeugdjaren, het negenjarig jongetje dat een tijdlang bij zijn grootvader verbleef.

Het verleden laat een mens nu eenmaal niet los. Herinneringen doemen vaak, tot in de meest saillante details, op de meest onverwachte momenten op. Vooral de jeugd is een nagenoeg onuitputtelijke bron, goud voor iedere schrijver.

Zo ook voor Adriaan van Dis die in ‘Naar zachtheid en een warm omhelzen’ scherpzinnig en in vlot meanderende zinnen de sfeer van de jaren vijftig oproept. Als zenuwziek jongetje wordt Adriaan, nadat zijn door oorlogsherinneringen getraumatiseerde vader is doorgeslagen, ondergebracht in het huis van zijn grootvader Huibert.

Een ouderwetse man voor wie de oorlog de maat der dingen is, en op zijn wenken wordt bediend door dienstmeid Ommie. Een sociaal bewogen vrouw die zich als een echte moeder over Adriaan ontfermt. Nadat Huibert zijn vrouw verloor in het kraambed trok ze bij hem in om, in ruil voor kost en inwoning, de huishouding op zich te nemen.

Dat doet ze met een verbetenheid die tot de verbeelding spreekt. Voor grootvader Huib, tegenover wie zich af en toe minder onderdanig gedraagt, gaat ze als tante Jans door het leven en deelt ze met hem wellicht het bed.

‘Op een maandag had Ommie gezien hoe een boerin de lakens van hun waslijn telde. Gemene ogen. En dan waren er de lampentellers: waar brandde licht en tot hoe laat? Sliep de meid nu wel of niet met haar boer? Geluk was een zonde.’

Maresh is meer dan zomaar een verrekijker

Uit vrijwel alles blijkt dat Adriaan een bang jochie is. Vanuit het raam van het statige herenhuis haalt hij met een verrekijker – zijn Maresh – de buitenwereld naar zich toe. Een toevallige passant in de straat, die hij scherp in het vizier krijgt, is een vrouw met een houten been.

Tot zijn grote verbijstering duwt ze een karretje, waarin een gehandicapt kind ligt, voor zich uit. Van Ommie verneemt hij dat ze een Italiaanse is en Melita heet. Ze laat hem niet meer los en staat symbool voor alle littekens die een oorlog bij een mens heeft veroorzaakt. Het laat zich aanzien dat Ommie haar helpen zal. Melita is een vrouw die door tegenslagen – de dood van haar zoon Gabriele – zwaar gehavend door het verhaal hinkt.

Dat geldt ook voor andere personages die door haar in de keuken, of elders in het huis met de nodige egards worden ontvangen. Er is een bejaarde Poolse kolonel die elke dag komt schaken en in zielige omstandigheden sterft. Meneer Rini Van Look die voor Adriaan als privéleraar in huis wordt gehaald en in de gevangenis belandt. Max Sitio, een Indonesische student, een communist die in de wijk voor beroering zorgt, maar bij Ommie komt schuilen.

Gaandeweg ontdekt Adriaan, die elke kamer in het huis verkent, dat aan zijn Maresh – de verrekijker die altijd om zijn hals bungelt – een opmerkelijke geschiedenis verbonden is. Het is zomaar een cadeau van Ommie. De verrekijker verwijst naar Jan Maresh, een Tsjechische vluchteling aan wie ze tijdens de Tweede Wereldoorlog onderdak bood.

‘“Jan was een heel bijzondere jongen, misschien had ik je moeten vertellen dat die verrekijker van hem was. Hij liep er net als jij graag mee rond. Jullie lijken een beetje op elkaar. Het was een heel mooie man.” Ze wees op zijn krullen. “Jullie hebben allebei een kuiltje in de kin, een van de zeven schoonheden.” Ze lachte een traantje weg.’

Dankzij Ommie schrijver geworden?

Ommie is in alle opzichten een rolmodel, een moedige vrouw die het opneemt zowel voor de zwakkeren als voor degenen die rechttoe rechtaan voor hun mening opkomen. Ze is overal prominent aanwezig, houdt de heleboel bijeen en is een soort beschermengel voor Adriaan. Wellicht is het korte verblijf bij haar er oorzaak van dat hij later schrijver is geworden.

Het verklaart alvast de fragmenten in apart lettertype waarin naar de tegenwoordige tijd wordt overgestapt. Een originele ingreep om de lezer duidelijk te maken dat de herinnering aan Ommie, die na haar dood door een andere dienstmeid wordt vervangen, niet zomaar kan worden weggepoetst.

‘Naar zachtheid en een warm omhelzen’ sluit mooi aan bij eerder autobiografische romans als ‘Indische duinen’, ‘Ik kom terug’ en de novelle ’Nathan Sid’. Een stilistisch juweeltje waarin het alweer snoepen is van die krachtige korte zinnetjes die hij indertijdf royaal had rondgestrooid in ’Nathan Sid’, zijn debuut.

Related Images: