Nieuw op de boekenplank

Nieuw op de boekenplank

Steven Braekeveldt, ‘De vergetene’

Steven Braekeveldt (1960) is naast ceo van Ageas Portugal in zijn vrije tijd ook nog schrijver. In ‘De vergetene’ brengt hij het verhaal van een man die in de nevelen van de tijd is verdwenen, maar niet door zijn kleinzoon is vergeten. Door hem achterna gereisd blijkt zijn grootvader tussen 1901 en 1947 een waanzinnig leven te hebben geleid. Het bracht hem van het West-Vlaamse Ingelmunster via nachtclubs en bendes van Chicago en New York, en in oorlogstijd via Canada tot Berlijn en Stalingrad. Geen hoogstaande literatuur, wel een boek dat als een leeservaring wordt aangeprezen.

Judith Herzberg, ‘Sneller langzaam’

Het is altijd uitkijken naar een nieuwe dichtbundel van Judith Herzberg (1934). In ‘Sneller langzaam’ staat poëzie te lezen die ze eerder al, onder andere in ‘Het Parool’, publiceerde. Toegankelijke gedichten van alweer hoge kwaliteit zoals ze die al jaren aflevert. Het is dan ook geen toeval dat ze met het oog op deze bundel enkele gedichten enigszins heeft herwerkt. Bovendien worden de gedichten achteraan in de bundel kort geduid. Dat Herzberg geen onderwerp of thema uit de weg gaat blijkt uit een gedicht over Maradona.

Warming-up

Maradona danst zich met zijn voetbal

los van wat er was in de omgeving

heeft ook nooit zijn veters leren strikken

zeker teken van verwaarlozing.

Hoe hij bij zijn warming-up

zichzelf verrast, hoe de bal

hem dirigeert, niet omgekeerd.

Jongen pas toch op maak eerst

Je veters vast!

Jan Siebelink, ‘Brengschuld’

Na zijn debuut met ‘De herfst zou schitterend zijn’ timmert Jan Siebelink (1938) als romancier al ruim veertig jaar aan de weg. Voor ‘De overkant van de rivier’ werd hij eerder al onderscheiden met de F. Bordewijk-prijs. Zijn grootste succes viel hem echter te beurt met ‘Knielen op een bed violen’. Sindsdien is hij in Nederland uiterst populair. Zijn stijl wordt er als soepel omschreven. ‘Brengschuld’ is zijn jongste literaire worp. Een recente gebeurtenis werpt een nieuw licht op de ondergang van kwekerij Sievez. Uit een nagelaten briefje blijkt nu dat hun huisvesting altijd gegarandeerd moest blijven. Of hoe dat alles anders is verlopen.

Bert Visscher, ‘Italianen kunnen niks’

Een strandstoel huren, genieten van een drankje op een terras, of een bord overheerlijke pasta. Het hoort allemaal bij Italië, voor velen nog altijd een gedroomde vakantiebestemming. Het is er lekker vertoeven zolang je er in een hotel of vakantiewoning logeert. De dag waarop je besloten hebt er definitief te gaan wonen krijg je er volgens cabaretier Visscher gegarandeerd een ander verhaal te horen. Zo staat er in de inleiding van zijn boek te lezen: ‘Het ontspannen genieten als toerist sloeg daarmee meteen om in een lang traject met makelaars, bouwvakkers, aannemers, energiegasten, verzekeringsploerten en honderd verschillende ambtenaren.’ Het levert alvast leuke lectuur op.

Anton Tsjechov, ‘De mooiste verhalen’

Er bestaat nu eenmaal geen twijfel over: Anton Pavlovitsj Tsjechov (1860-1904) is en blijft de grootmeester van het korte verhaal. Behalve talloze verhalen schreef hij ook toneelstukken die nog altijd worden opgevoerd. In een nawoord van ‘De mooiste verhalen’ wijst samensteller en acteur Gijs Scholten van Aschat erop dat Tsjechov genadeloos is voor zijn personages. Hoogst zelden beschrijft hij iemand die helemaal geslaagd is. Altijd valt er wel iets op hun fysieke verschijning of karakter aan te merken. Wat hem als schrijver zo hedendaags maakt is zijn niet verhullend taalgebruik en zijn realistische stijl. Redenen genoeg om deze kanjer in een voortreffelijke vertaling van Tom Eekman, Aai Prins en Anne Stoffel in huis te halen. Een ideaal cadeau.

Felix Timmermans: ‘Boerenpsalm’

Er zijn zo van die boeken die het verdienen om de zoveel jaren te worden herdrukt. Een ervan is alvast ‘Boerenpsalm’ van Felix Timmermans (1886-1947). Een ode aan de Vlaamse boerenstiel. Het boek dateert van 1935 en vertelt in tien hoofdstukken het verhaal van boer Wortel die in harmonie met de seizoenen probeert te leven. Voor Wortel is de natuur een soort spiegel van de ziel. Bart Van Loo prijst in een vrij lange inleiding de roman als volgt aan ‘Wat de lezer het meest bijblijft is toch de innige band die Wortel koppig en volhardend tot op het einde met zijn boerenland onderhoudt. Timmermans kleurt Wortels verhouding met zijn veld welhaast lichamelijk in. Beschrijft hij de boerenstiel al niet aan het begin van de roman als een langgerekte copulatie met Moeder Natuur?’  Bijzonder aan deze nieuwe uitgave zijn de illustraties met olieverf, aquarel en notenbister van Koen Broucke. Alweer een ideaal cadeau voor onder de kerstboom.

Related Images: