Klytaimnestra verdwaald tussen kolder en kritiek: pluraliteit is niet altijd een zegen

Klytaimnestra verdwaald tussen kolder en kritiek: pluraliteit is niet altijd een zegen

Toneelhuis, Olympique Dramatique & STAN, ‘Klytaimnḗstra’ 2 out of 5 stars

Eeuwenlang is Klytaimnḗstra, eerst vrouw en vervolgens moordenaar van de Griekse vorst Agamemnon, afgebeeld als een bloeddorstig serpent, of toch iets in die richting. Zogezegd misgunde ze haar man zijn triomfantelijke inname van Troje, vergold ze haar geofferde dochter Iphigeneia via een laffe moord, bedroog ze haar echtgenoot met een concurrent en verhaspelde ze het lot van haar nakomelingen, waarna Orestes orde op zaken moest stellen door haar op zijn beurt te vermoorden. Deze opeenvolgende slachtpartijen, door de vader van de Griekse tragedie Aischylos op het toneel gebracht, staat vandaag bekend als de ‘Oresteia’, en vormt nog steeds het uitgangspunt van talloze nieuwe producties.

Heel terecht vragen Toneelhuis, Olympique Dramatique en STAN zich af of het oordeel dat de tijd over Klytaimnḗstra geveld heeft, vandaag nog overeind kan blijven. Evident is immers dat de vorstin redenen heeft om haar gemaal te haten. Een bloedeigen dochter offeren om zijn schoonzuster achterna te kunnen zeilen? Troje plunderen en haar inwoners (laten) verkrachten, om na jaren afwezigheid zonder slag of stoot terug de lakens van het echtelijke bed op te eisen? Vanuit een hedendaags perspectief moet Agamemnon lik op stuk krijgen. Zo diende Tom Lanoye ruim anderhalf decennium geleden de mythe al van weerwoord met ‘Atropa’, een huiveringwekkend intense tekst waarin de ettelijke vrouwen wier levens door Agamemnon vernietigd werden een forum kregen. Regisseur Jolente De Keersmaeker assembleerde voor deze productie evenwel zelf een tekst, op basis van wel erg uiteenlopende bronnen.

Aischylos’ origineel legt De Keersmaeker naast de Engelse vertaling van Ted Hughes. Om er een heuse collage van te maken, voegde ze er ook fragmenten van Gustav Ernsts ‘Bloedbad’ aan toe, een stuk waarin de Oostenrijkse auteur het narratief vanuit een kritisch-feministische invalshoek bekijkt. Alsof die oefening nog niet complex genoeg is, haspelt De Keersmaeker ook nog eens diverse talen door elkaar. Het Engels voert de boventoon, maar er klinkt ook Grieks, Portugees en uiteraard aardig wat Nederlands. Daarmee onderstreept de regie de afstand die tussen de personages bestaat, waarbij de taal zelf een metafoor wordt voor het onderliggende genderconflict. Tegelijk refereert het amalgaam aan talen naar het universele karakter van deze tragedie, die al eeuwen overal wordt opgevoerd, en mogelijks verkeerd wordt bekeken.

De historische interpretatieve context vanuit een Babylonische spraakverwarring heroverwegen is conceptueel intrigerend, maar op toneel werkt deze keuze absoluut niet. Geen van de spelers lijkt zich immers comfortabel te voelen bij de wisselende tongval, waardoor de intrinsieke dramaturgie al na enkele scènes nagenoeg volledig wegebt. De Keersmaeker, nochtans zelf actrice, kiest daarenboven voor een ongemeen statische persoonsregie, wat de handeling verder doet verstarren. Materiaal dat in diverse adaptaties tot wervelend toneel leidt, verwordt in deze ‘Klytaimnḗstra’ tot dode letter.

Nochtans heeft de artistieke ploeg goed gezien dat de patriarchale teneur anno 2024 haar houdbaarheidsdatum overschreden heeft. Waarom dan het vrouwelijke apologie – ‘Klytaimnḗstra’ als antipode voor een stuk dat bij Aischylos nog naar Agamemnon is vernoemd –opvoeren als een opgefokte en haast hysterische historische justificatie? En waarom dit relevante idee laten zien in een onpersoonlijk tijdsvacuüm met absurde kostumering en eclectische muziek, alsof de regie er alles aan wil doen om empathische verbinding vanuit een concreet houvast onmogelijk te maken?

Logisch is dat De Keersmaeker haar revisie niet wil vastklinken aan een specifiek tijdgewricht, waardoor ze zich ook niet wil laten vastpinnen op een welomlijnde stijl. Gevolg is echter een zwalpende productie waarin te weinig keuzes worden gemaakt. Ergens tussen kolder en kritiek, verdoold tussen potjeslatijn en Engels met haar op, meanderend van gechoreografeerde rite naar gepersifleerde heavy metal is ‘Klytaimnḗstra’ blijven steken. De opvoering rijdt zich vast in uitstekende intenties en prima ideeën, en wel omdat de regie de pluraliteit op de bühne absoluut geen richting weet te geven.

Een zeldzaam lichtpunt is, tot slot, klasbak Stijn Van Opstal, die als Agamemnon zijn Engelse en Nederlandse teksten omzet in een vertolking die humor, deernis en tirannie schitterend verknoopt tot een kluwen dat én geestig, én aangrijpend én huiveringwekkend aandoet. Kon van de rest van de cast maar hetzelfde gezegd worden…

Gezien in CC Brugge op 30/04/2024.
Copyright foto: Herman Sorgeloos

Related Images: