Faust is iedereen? Een knap idee kaduuk uitgewerkt bij Opera Ballet Vlaanderen
Opera Ballet Vlaanderen, ‘Faust’
Faust? Diens pact met de duivel is in de literatuur- en muziekgeschiedenis genoegzaam bekend. Goethe’s tweedelige tragedie behoort echter tot die beperkte schare titels die alom geroemd doch zelden gelezen worden. De archaïsche versvorm zit daar natuurlijk voor iets tussen, maar even goed vormt het bevreemdende tweede luik een struikelblok voor de moderne lezer.
Nadat de coup de foudre van het titelpersonage geleid heeft tot de dood van achtereenvolgens Gretchens moeder, haar broer, haar kind en haarzelf, wordt Faust in het tweede volume van Goethe’s mastodont wakker zonder herinneringen aan zijn zondige bestaan tot dan toe. Nadien verwordt de tragedie tot een wilde rollercoaster, die van het hof over het antieke Griekenland naar het slagveld voert. Mephistopheles brengt het al die tijd op te wachten op Fausts absolute gelukzaligheid, een moment dat de geleerde eeuwig zou willen laten duren. Dat is het kantelpunt waarop Mefisto de ziel van zijn slachtoffer mag inrekenen, maar via een taalkundig addertje (de voorwaardelijke wijs!) ontsnapt de protagonist echter aan de verdoemenis.
Klinkt als materiaal voor een libretto? Wel in vereenvoudigde of gealterneerde vorm. Niet toevallig vonden onder andere Gounod, Berlioz, Liszt, Busoni, Boulanger en Schnittke inspiratie bij de Faustlegende. In dat rijtje hoort ook Schumanns adaptatie thuis, al componeerde die een ongewoon eigenzinnige variant op Goethe’s origineel. De componist plukte immers fragmenten uit de tragedie en doopte zijn werk ‘Szenen aus Goethes Faust’. De partituur is met andere woorden een op muziek gezette bloemlezing, en daarmee geen klassiek op te voeren opera. Met zangers die verschillende rollen vertolken en omdat het accent op het laatste, geabstraheerde deel uit Goethe’s werk komt te liggen, leunt de compositie dichter aan bij de traditie van het oratorium.
De tijdloze thematiek – het schier oneindige streven naar een absoluut genot, dat niet alleen ten koste gaat van medemens en planeet, maar uiteindelijk het individu zelf uitholt – zette dirigent Philippe Herreweghe ertoe aan zich te engageren voor een scenische uitvoering. Op de bühne alleen worden Schumanns bijeen gesprokkelde episodes echter onnavolgbaar, dus nodigde Opera Ballet Vlaanderen zowel een videokunstenaar als een choreografe uit. De resultante is een hybride voorstelling die de toeschouwer overprikkelt, zij het zonder een zinnige gedachte aan de Fausttraditie toe te voegen.
Onder de noemer ‘Faust, dat zijn wij’ expliciteren videast Julian Rosefeldt en choreografe Femke Gyselinck dat het karakter iets universeel menselijk representeert. Wie streeft immers niet naar een beter leven, naar meer welzijn, meer geluk? En wie kan daarbij ontsnappen aan een neoliberaal discours dat ongelijkheid en overschrijden van ecologische grenzen in de hand werkt? Intentioneel zit het verlangen naar expansie van wat we al bezitten (zowel geestelijk als materieel) ingebakken. Tragisch is echter dat de realisatie van deze intuïtie botst op de ander, en dus socio-politieke frictie genereert.
Om het generische van die spreidstand boven de Faust-casuïstiek uit te tillen, maakt Gyselinck het voltallige koor tot protagonist. Faust is letterlijk iedereen geworden – een intrigerende gedachte, zij het dat ze theatraal niet tot de verbeelding spreekt door de verzamelde zangers een resem fitness-oefeningen op te dringen, of ze tot tableaux vivants te veroordelen die de visuele bombast van een rijkelijk gevulde scène niet overstijgen omdat ze nauwelijks resoneren met de partituur. Julian Rosefeldt levert op zijn beurt een visuele krachttoer af, die echter op dezelfde tekortkoming botst als Gyselincks vormentaal – ideeënarmoede.
De videast introduceert een piekfijne, computergeanimeerde planeet waar amper leven mogelijk lijkt. De suggestie van een post-apocalyptische ravage is subtiel, maar laat zich in de context van het Faustverhaal wel degelijk begrijpen als een ecologisch geïnstigeerde kritiek. Fausts hemelvaart ensceneert Rosefeldt echter als een rave in een bos, kortom als een op en top hedendaags ritueel dat verbondenheid met de natuur zou moeten uitstralen. Cinematografisch impressionant, maar die grandeur kan de inhoudelijke oppervlakkigheid niet maskeren.
Tekst, bühne en video divergeren totaal, waardoor het publiek zich gaat afvragen waar de gestapelde registers (tekst, muziek, bühne, video) eigenlijk goed voor zijn. Bovendien raakt Rosefeldts technisch haarfijn uitgevoerde videoclip nergens aan Fausts tragiek als mens. Hoe zoiets uitleggen aan Schumann, die een coherent narratief afzwoer precies om dicht bij Goethe’s cerebrale universum te blijven?
Tot slot laten ook Philippe Herreweghe en het Antwerp Symphony Orchestra na om het muzikale materiaal naar een hoger niveau te tillen. Slordige texturen, ongelijke inzetten, misstappen bij de eerste pupiters: een eersterangs uitvoering kreeg het publiek alleszins niet te horen. Niettemin verdienen de solisten en de (kinder)koorleden van het opera-ensemble en het Collegium Vocale lof, want zij laten het ‘iedereen’ dat Faust is per slot van rekening zien én horen. Noem het een pleister op de wonde, want deze ‘Faust’ is er een van gemiste kansen.
Gezien & gehoord in Opera Gent op 04/11/2022.
Copyright foto: Annemie Augustijns