Theater in lockdown bij Guy Cassiers en Toneelhuis
Toneelhuis, ‘Antigone in Molenbeek + Tiresias’
Elke geschiedenis heeft zo zijn mijlpalen. Die van de muziek is geen uitzondering. Ze kan immers niet verteld worden zonder halt te houden bij Shostakovich’ vijftiende strijkkwartet. Want is het nog muziek, dat wat de componist ineens, aan het einde van zijn leven gekomen, uit vier strijkers laat kermen? Veeleer lijkt het een orgelpunt te markeren, wie weet zelfs het einde van de muziek, of nog: de ontkenning van wat muziek doorgaans aan schoonheid, ontwikkeling en hoop herbergt. Het is klank waarvoor klank onmogelijk gemaakt is – misschien zoals Beckett met woorden taal te lijf gaat, ontmantelt, ja zelfs ontkent.
Guy Cassiers plaatst in zijn nieuwste creatie niet zomaar Shostakovich’ vijftiende kwartet centraal. Ideëel raken Antigone en Tiresias binnen de Griekse mythologie aan de grenzen van de maatschappelijke normen, net zoals wijlen de componist aftast hoe ver muziek kan gaan vooraleer ze geen muziek meer is of kan zijn. Cassiers grijpt het opus 144 echter niet louter als symbool aan. Het fundament van zijn benadering van Stefan Hertmans’ hertaling van de oorspronkelijke tragedie tot ‘Antigone in Molenbeek’ gaat namelijk terug op dezelfde principes die Shostakovich hanteerde. Zo krijgt het verlaten van wat menselijk is (en de waanzin waarin dit bij het personage Antigone lijkt te resulteren) op erg sobere wijze gestalte, vanuit een ontregelend intimistisch en dus allesbehalve expressionistisch palet.
Ikram Aoulad zet haar Antigone ongewoon klein neer, geconcipieerd vanuit een monochroom gehouden register waarbinnen de actrice steeds dieper terugplooit op zichzelf. Dit idiomatisch minimalisme staat in schril contrast met de weelde aan indrukken die Hertmans tekstueel op het publiek loslaat. Molenbeek is binnen zijn monoloog een ongrijpbaar organisme, een borrelende broeikas, quasi een natuurkracht. Net dat aspect komt in Cassiers’ uitgepuurde regie, die het qua decor slechts van enkele clair-obscureffecten moet hebben, nauwelijks aan bod. Zonde, want lenen multimedia zich niet uitstekend tot het binnenhalen van het verdichtsel Molenbeek zoals Hertmans dat voor ogen had, midden in de theaterzaal?
Waar de meisjesachtige onschuld van Aoulad initieel betovert, verliest die gaandeweg zijn charme eenmaal blijkt dat de actrice niet evolueert in haar vertolking. De groteske handeling waarmee Hertmans de Griekse mythologie vermoderniseert, helpt al evenmin. Wat van het eerste luik van de voorstelling vooral bijblijft, is de taalvirtuositeit. Vraag is evenwel of het publiek daarvoor naar de schouwburg moet. In de loop van ‘Tiresias’, een monoloog van de genderneutraal geworden Kae (niet langer Kate) Tempest, komen de manco’s van Cassiers stijl overigens nog prominenter bloot te liggen.
Is de regisseur de videokunst nog meester, of zijn multimedia een conditie geworden waarvan de oneindige mogelijkheden zijn verbeeldingskracht eerder inperken dan verrijken? Ongeveer halverwege wordt Katelijne Damen haast verbannen van de scène, om in onhandige poses een handheld camera toe te spreken zonder enige functionele noch esthetische meerwaarde. Cassiers ontbindt de klassieke verteltraditie, maar komt niet met een zinnig alternatief op de proppen. Bovendien ontbolstert de ‘Tiresias’ van Ka(t)e Tempest zich onderweg tot meta-theater, waarbij afstand gedaan wordt van plotmatige houvast om slechts een rauwe aanklacht over te houden, een poëtische tirade tegen wat je de gangbare cultuur zou kunnen noemen, ecologische ravage en ongebreideld consumentisme incluis.
Hoezeer Damen de woorden ook aanschouwelijk maakt terwijl ze vertolkt, er blijft een museaal artefact over, een statement meer dan een invoelbaar psychologisch product. Voeg daar de compleet gestileerde bühne van Cassiers bij, en je houdt interessante ideeën over die weer dode letter worden nog voor ze goed en wel zijn uitgesproken. Een digitaal gepimpte projectie van het Danelkwartet, dat weliswaar uitnemend vertolkt, maakt het plaatje compleet: ‘Antigone in Molenbeek + Tiresias’ is esthetisch fetisjisme, losgeslagen van de werkelijkheid. Theater in lockdown, zeg maar.
Gezien in Bourla op 03/10/2020.