Alledaagse cultuur op een voetstuk: Gus Van Sant maakt theater over Andy Warhol
Gus Van Sant & BoCA, ‘Trouble’
Menig theatermaker moet een paar decennia aan de weg timmeren vooraleer vier avonden het begeerde grote podium van deSingel aangeboden te krijgen. Enkelingen krijgen meer krediet, en wel omdat ze hun sporen in een andere discipline hebben verdiend. Gus Van Sant bijvoorbeeld, regisseur van onder meer ‘Good Will Hunting’, ‘My Own Private Idaho’, ‘Elephant’ en ‘Milk’. Zonder meer een groot cineast, maar of de man uit het juiste hout pijlen weet te maken om intrigerend toneel te ensceneren? Zijn debuut ‘Trouble’ laat die vraag onbeantwoord.
In velerlei opzichten is ‘Trouble’ atypisch theater. Van Sant verhaalt hoe een zekere Andrij Varhola zichzelf over het verloop van een aantal jaren omdoopt tot Andy Warhol, om nadien een van de meest invloedrijke kunstenaars wereldwijd te worden. Verheerlijking zou een valkuil kunnen zijn, maar Van Sant kijkt gelukkig kritisch naar Warhols wordingsjaren. De context waarbinnen de pop art ontstaat, fileert de regisseur als een intellectualistische flirt die de middelvinger opsteekt naar een abstract expressionisme dat geen toekomst beschoren is, omdat het nauwelijks nog communiceert met het publiek.
Het binnenhalen van iconen en emblemen uit het alledaagse leven lijkt meer provocatief dan betekenisvol, en het is niet door haar inherente kwaliteiten dat ze een dominante kunststroming wordt. De galeriehouders begrijpen dat er nieuwe rijken zijn opgestaan die grof geld willen neertellen voor de tot exceptioneel uitgeroepen triviale symbolen van de Amerikaanse cultuur. Andy Warhol, wiens startkapitaal niet toevallig vergaard werd als reclame-ontwerper, betreedt de kunstscène eerst als consument, waarbij hij aanvoelt dat de klassieke marktwerking zich ook hier kan gaan manifesteren. Het zal met andere woorden de vraag zijn die het aanbod zal genereren, en dus eindigt het tijdperk van het kunstobject als uniek exemplaar. Heuse productielijnen komen ervoor in de plaats, met Warhols eigen The Factory als kunstfabriek.
De visie die de kunstwereld vandaag graag over Warhol uitdraagt, met name dat zijn oeuvre een aanklacht vormt tegen het consumentisme en de entertainmentindustrie, lijkt Van Sant in ‘Trouble’ te verwerpen. Hij toont immers hoe een onzekere jongeling die nooit geldelijke weelde heeft gekend een opportuniteit ruikt om iets uniek te doen, daar vervolgens poen mee te scheppen en ten slotte vooral bezig te zijn met het in stand houden van zijn financiële imperium. Vooral het einde is tragisch: Warhol verdient sloten geld met onpersoonlijke portretten van mensen die vooral ‘een Warhol’ willen bezitten, ongeacht hoe die er uit ziet. De signatuur van de kunstenaar is belangrijker geworden dan diens eigenlijke werk.
Warhols kunst verwordt kortom tot louter statussymbool, terwijl de kunstenaar zichzelf heeft laten uithollen. De kunstenaar die aan het slot het woord neemt, is een lege doos: hij wil alles maar creëert niets, verliest elke persoonlijke connectie met zijn naaste omgeving en blijft achter met een obsessie voor media en aandacht. Aandacht die zijn omgeving hem trouwens niet kan geven, omdat zowat iedereen uiteindelijk een graantje van zijn roem hoopt mee te kunnen pikken.
Van Sant hangt dus geen fraai portret op. Toch fascineert Warhols werk de cineast, die dertig jaar geleden een filmproject over de man op de klippen zag lopen. Anno 2021 realiseert Van Sant alsnog zijn droom, en wel zo tegendraads dat de cineast er binnen de filmindustrie vermoedelijk nooit mee zou wegkomen. Zo is ‘Trouble’ een musical met muziek van de regisseur zelf, en dat is er eerlijk gezegd aan te horen. De ongeïnspireerde jingles lijken een knipoog naar Warhols metier: ze komen aangewaaid uit de populaire cultuur, en verworden tot kunst omdat ze nu eenmaal zo gelabeld worden binnen het theater.
Ook de keuze voor piepjonge acteurs, die nota bene in een ongemakkelijk expressief register spelen, lijkt een verwijzing naar de pop art. ‘Trouble’ zet het verwachtingspatroon van de modale bezoeker in alle opzichten een hak, en voelt aan als een uit de hand gelopen schoolproject – flauwe humor en parkeergaragemuziek incluis. Alledaagse, populaire cultuur op een pedestal geplaatst: het is de theatrale verwerkelijking van pop art pur sang. Conceptueel goed bedacht, maar in de praktijk gespeend van diepgang en ontroerbaarheid. Zei iemand daar Andy Warhol?
Gezien in deSingel op 26/11/2021
Copyright foto: Bruno Simao