Valentijn Dhaenens in dialoog met zichzelf: een toneelklassieker over de worsteling met een tijdgewricht

Valentijn Dhaenens in dialoog met zichzelf: een toneelklassieker over de worsteling met een tijdgewricht

SKaGeN, ‘Het gezin van Paemel’ 4 out of 5 stars

Binnen het amateurcircuit behoort ‘Het gezin van Paemel’ tot het geijkte repertoire. Professionele gezelschappen wagen zich echter nog maar zelden aan het legendarisch geworden familie-epos van de hand van Cyriel Buysse. Daar zijn verschillende redenen voor. De belangrijkste is allicht de eendimensionale psychologische tekening, die eigenlijk nauwelijks evolueert. Terwijl het noodlot keer op keer toeslaat, blijft de pater familias verbitterd vloeken, blijft moeder de vrouw jeremiëren en blijven de kinderen kniezen. Meestal hebben doorwinterde acteurs kortom geen vette kluif aan vertolkingen van de verschillende personages, die Buysse meer als exempel van een denk- en zienswijze poneert dan als mens laat ontwikkelen.

Wat echter als welgeteld één acteur het dozijn personages vertolkt? Dat lijkt alleen al fysiek onmogelijk, in een stuk boordevol dialogen tussen verschillende personages. Dat SKaGeN niet vies is van technologisch experiment, behoeft echter geen betoog meer. Het theatercollectief laat vooraf ingespeelde beeldopnames interageren met de man op scène, die nota bene in de huid van alle andere karakters kruipt. Live vertolkt Valentijn Dhaenens vader van Paemel, socialist Edward, de barones en de priester, via video in dialoog met zichzelf als de gehandicapte zoon Désiré, de katholieke kwezel Celestine en ga zo maar door.

Om meerdere redenen is de opvoering een regelrecht huzarenstuk. Ten eerste op niveau van kostumering en grime, waarbij Valentijn Dhaenens werkelijk lijkt te transformeren in zijn meer dan tien heel diverse rollen. Als live vertolker kan Dhaenens zich overigens geen enkele misstap permitteren, en wel omdat de opname het ritme van de opvoering dicteert. Voor een speler is het de hoogste vorm van onvrijheid te moeten gehoorzamen aan een rigide metrum, waardoor interactie met de atmosfeer van de zaal bijzonder moeilijk wordt. Toch krijgt Dhaenens jong en oud mee in een verhaal van de oude stempel, geschreven in een naturalistisch Vlaams dat al lang niet meer de taal van vandaag is.

Met hier en daar een vleugje eigengereid commentaar op de handeling, de toevoeging van een laagdrempelige komische toets en dankzij de vindingrijkheid waarmee het decor via de video-installatie tot leven wordt gewekt, geeft SKaGeN de tekst een hedendaags elan die een breed publiek zal aanspreken. Ook de prachtige soundtrack van Sara Salvérius weet te bekoren. Zo is het niet problematisch dat Dhaenens geen intellectuele verdieping zoekt. Wel gaat hij op zoek naar de essentie van Buysse’s personages, die via elkaar vooral worstelen met de wetmatigheden van hun tijdsgewricht. De intimistische tableaux op video, schatplichtig aan de esthetische verstilling van Johannes Vermeer en het existentieel oplichten uit een complete duisternis à la Georges de La Tour, katapulteren het publiek richting een duistere 19e eeuw, waar de eenvoudige werkmens in opstand komt tegen de instituten die hem knechten.

De jonge generatie protesteert en/of vertrekt, een rechtvaardiger leven tegemoet. Wat maakt dat vader van Paemel zich niet kan verzetten tegen wat leven en lot met hem uitrichten? Zijn het zijn meervoudige kwetsuren, zijn gewortelde verbittering, zijn nederige natuur, zijn plichtsbesef jegens de voorvaderen? Of is het een geloof dat hem nog steeds achtervolgt, met name dat hij zijn heimat tegen wil en dank moet cultiveren, als quasi heilige opdracht? Dhaenens pint zijn interpretatie niet vast op een specifiek spoor, wel zet hij de vader in het laatste bedrijf treffend neer als iemand die het allerhoogste realiseert: zijn eigen perspectief inruilen voor dat van zijn kinderen, en – weliswaar zonder veel woorden, hij is en blijft immers boer – impliciet de keuzes van zijn zonen zegenen.

Ondertussen heeft boer van Paemel niet eens meer een stoel om op te zitten. Wat aan het begin nog het meubilair van de woonkamer was, is aan het slot verworden tot brandhout. Hout om vuur te stoken. Vuur als embleem voor warmte, hoop, een licht dat voedt, een toekomst die wacht. Secuur laat Dhaenens zien dat de verpaupering van het gezin een mentale reis mogelijk maakt, waarmee een generatiekloof die onoverbrugbaar leek, toch geslecht kan worden. Dat al deze mensen door één iemand worden vertolkt, maakt bovendien manifest hoezeer ze allemaal deel zijn van hetzelfde geslacht, hetzelfde denken, dezelfde cultuur. ‘Het gezin van Paemel’ niet als studie van individuele psychologie, maar als portret van een maatschappij in transitie – Cyriel Buysse zou er zich verdorie op verheugd hebben…

Gezien op Hoeveslagerij Rooigemvallei op 09/09/2021.
Copyright foto: Wendy Marijnissen

Related Images: