‘The trial of the Chicago 7’: een tijdsdocument dat verrassend actueel klinkt
‘The trial of the Chicago 7’ (2020)
In tijden waarin politiegeweld welig tiert en het anti-establishment opnieuw furore maakt, had de release van Aaron Sorkins ‘The trial of the Chicago 7’ haast niet beter getimed kunnen zijn. Het relaas over de roemruchte Chicago 7, een groep anti-Vietnam-manifestanten die hun stem lieten horen tot in de hogere echelons van het Amerikaanse rechtssysteem, is een verhaal van tijdloze klasse. David tegen Goliath, daar lust de Amerikaanse kijker zeker pap van. Hoewel Sorkin het scenario 13 jaar geleden neerschreef, sluit de film naadloos aan bij de tijdsgeest van vandaag.
Aaron Sorkin is wellicht een van de meest gefêteerde scenaristen aan het Hollywoodfirmament en wie zijn werk kent, weet ongeveer waar men zich aan kan verwachten: geslepen dialogen, strak uitgekiende personages, een integer moreel kompas en een verbaal ratata dat zijn gelijke niet kent. ‘The trial of the Chicago 7’ is Sorkin ten voeten uit: het verhaal van een underdog die het opneemt tegen een corrupt systeem, personages die vechten voor rechtvaardigheid terwijl ze spitante monologen spuien en een politiek pleidooi dat een duidelijke parallel trekt naar de actualiteit van vandaag. Sorkin hanteert cinema en televisie om zijn publiek een spiegel voor te houden van het huidige politieke klimaat en dat is bij ‘The trial of the Chicago 7’ niet anders.
Hoewel Sorkin zijn politieke voorkeur nooit onder stoelen of banken steekt (liberaal en progressief), is zijn werk, zowel als schrijver als regisseur, altijd gewrongen in een ietwat klassiek keurslijf. Met shows zoals het alom geprezen ‘The West Wing’ en het wisselvallige ‘The newsroom’ werkt dat voortreffelijk, maar bij een film zoals ‘The trial of the Chicago 7’ kun je je niet van de indruk ontdoen dat de film vuurwerk mist, alsof de film nooit echt de energieke spirit van de protagonisten weet te evenaren. De film is degelijk in elkaar gestoken vakwerk, maar ondanks een handvol sterke prestaties heeft het geheel slechts de allure van een vakkundig bij elkaar geschreven Wikipedia-pagina. Vooraleer Sorkin de regie voor zich nam, waren zowel Steven Spielberg als Paul Greengrass in de running. Je kan je dan afvragen of bovengenoemde regisseurs de film misschien van een tikkeltje meer urgentie hadden kunnen voorzien.
De cast zit tjokvol ronkende namen, van gevestigde waarden tot recente ontdekkingen (in die laatste categorie is het vooral Yahya Abdul-Mateen II, bekend van ‘Watchmen’, die indruk maakt), zonder dat een acteur het laken helemaal naar zich toe trekt. Eddie Redmayne en Sacha Baron Cohen krijgen dan misschien de grootste rollen toebedeeld als twee betogers die met hetzelfde doel verschillende middelen heiligen.
Sorkin is duidelijk gegroeid als regisseur sinds zijn regiedebuut ‘Molly’s game’ in 2017, al mist zijn jongste film de flair en finesse om echt indruk te maken. Wat overblijft, is een degelijk en entertainend rechtbanksdrama, maar wat ons betreft, had het best wat meer mogen zijn.