‘Origin’ doet zijn baanbrekende bronmateriaal allerminst eer aan
‘Origin’ (2024)
Ava DuVernay verfilmt met ‘Origin’ het ontstaan van een van de gewichtigste Amerikaanse non-fictieboeken van de laatste jaren. Met een belerend vingertje en misplaatste sentimentaliteit doet ze haar inspiratiebron echter jammerlijk tekort.
Een zwaarbeladen thema
‘Origin’ toont het schrijfproces van journaliste en professor Isabel Wilkerson (Aunjanue Ellis-Taylor), die in 2020 een kanjer van een hit scoorde met ‘Caste: The Origins Of Our Discontents’. Daarin pende Wilkerson een hypothese neer die racisme in de VS linkte aan het klassenscheidende kastenstelsel dat bijvoorbeeld in India de norm is en volgens Wilkerson ook de nazis tot jodenvervolging dreef. Het boek ging intussen meer dan 1,5 miljoen keer over de toonbank.
Een zwaarbeladen thema om te verfilmen dus. Maar laat het nu net in het straatje passen van Ava DuVernay. De Amerikaanse brak in 2014 door met ‘Selma’, een Oscarwinnend relaas van wat voorafging aan Martin Luther King Jr.’s historische protestmarsen in 1965. Twee jaar later greep ze succesvol terug naar haar non-fictie-roots met ‘13th’, een gelauwerde documentaire die systemisch racisme in het Amerikaanse gevangeniswezen blootlegde.
Recenter deed DuVernay dan weer een gooi naar ‘slechtste film van de 21ste eeuw’ met de fantasydrol ‘A Wrinkle In Time’. Zo penibel als die laatste is ‘Origin’ niet, al blijft DuVernay ook hier te lang in het ongewisse over wat ze nu eigenlijk wil vertellen. ‘Origin’ lijkt aanvankelijk een al te sentimentele vertelling over het privéleven van Wilkerson. De dood van geliefden wordt begeleid door vioolmuziek en overbodige slow motion shots. Creativiteit is ver te zoeken, maar dankzij een verdienstelijke Aunjanue Ellis-Taylor ga je er nog in mee.
Didactiek met strijkers
Tranen moeten plots plaatsmaken voor gefronste wenkbrauwen, wanneer Wilkerson allerlei personen in Berlijn en India bevraagt over ongelijkheid. Die ongelijkheid krijgen we trouwens uitgebreid verteld, maar nooit te zien. Op geen enkel moment krijgt het hoofdpersonage zelf te maken met enige vorm van discriminatie omwille van haar donkere huidskleur. Ze is professor op sabbatical, woont in een villawijk net buiten Atlanta en heeft een Pulitzer op de schouw staan. Als diezelfde vrouw je dan voortdurend inlepelt dat ze vastzit in een gesloten klassenhiërarchie, voel je dat er iets wringt.
In Berlijn lijkt ‘Origin’ nochtans even op de rails te zitten. Wilkerson spreekt er met een Duitse die haar hypothese in vraag stelt. De vrouw poneert dat het doeleinde van de discriminatie waarmee joden in Duitsland te maken kregen flink verschilt met dat van de Amerikaanse zwarten. Eindelijk wordt de kijker aan het denken gezet. De kritiek wordt echter simpelweg van tafel geveegd als ‘onbeleefd’.
Na de taedieuze les wereldgeschiedenis bekrachtigt DuVernay haar boodschap vergeefs met alweer een hoop trage beelden op droevige strijkers. Als kers op de taart loopt er over de aftiteling nog een nummer waarvan je zomaar zou geloven dat het op een mistroostige zeventiende plaats eindigde voor Albanië op het Eurovisiesongfestival van 2013. Misschien was het complexe en danig onderbouwde werk van de échte Isabel Wilkerson beter af zonder verfilming.
‘Origin’ speelt nu in de bioscoop.