Benjamin Renner levert na ‘De grote, boze vos’ een tweede, prachtige worp
Benjamin Renner, ‘Baby op komst’
Animatie zou een verplicht vak moeten zijn op alle scholen waar stripverhalen wordt onderwezen. Meer dan illustratoren weten zij wat het betekent om een beeldverhaal tot leven te brengen. Morris bewees het met Lucky Luke, anderen zoals Juanjo Guarnido (‘Blacksad’) bevestigen het nog steeds. En zo ook Benjamin Renner, die als regisseur zijn animatiefilm ‘Ernest & Célestine’ zag genomineerd worden voor een Oscar. Deze film over de vriendschap tussen een beer en een muis liet al zien waar het deze striptekenaar om te doen is: onmogelijke vriendschappen die tot bloei komen in absurde omstandigheden. Zijn debuut ‘De grote, boze vos’ (2015) is dan ook het gekke verhaal van een hongerige vos die eieren pikt om ze uit te broeden en nadien de kuikens op te eten. Maar als de kuikens in hem hun moeder herkennen, is het de start van een prachtig, liefelijk en doldwaas avontuur.
Vijf jaar later – ondertussen heeft Renner van zijn strip ook een animatiefilm gemaakt – komt de Fransman met een nieuwe strip, ‘Baby op komst’. We krijgen terug dezelfde formule: een ooievaar breekt zijn vleugel en kan daarom een mensenbaby niet bij de ouders afleveren. Hij doet beroep op het passerende maar onhandige trio van een konijn, eend en varken om zijn taak te volbrengen. Met veel tegenzin aanvaarden ze de opdracht en daardoor krijgen wij een roadmovie waarin alles misloopt wat maar kan mislopen.
Dit pareltje in oblongformaat telt wel bijna 300 bladzijden, maar je vliegt erdoorheen. Zo leuk en schattig zijn de avonturen van dit wonderlijke trio dat de meest waanzinnige plannen bedenkt om de baby op zijn plaats te krijgen. Renner weet constant conflicten en ruzies uit te lokken bij zijn drie protagonisten, maar toch voel je voor elk van hen veel warmte en sympathie. Je blijft lezen omdat je wilt weten in wat voor miserie ze nu weer terechtkomen en hoe ze er weer gaan uitraken. Niets is Renner te gek om het verhaal een andere kant op te stuwen. Nog meer dan bij de Vos, is het soms wel te absurd en bij de haren getrokken, maar ach, wie maalt er deze tijd om wat waanzinnige gekte. Dat kunnen we allemaal wel af en toe gebruiken.
Zijn tekeningen met losse streepjes en kleurtjes die buiten de lijntjes vallen, passen perfect bij dit absurde verhaal. Het is vooral de expressiviteit van de figuurtjes met hun buitenissige emoties die je helemaal inpakken.
Een geslaagde opvolger, die zowel jongere hartjes als meer volwassenen hersenen zal kunnen bekoren. Hopelijk komt hier ook een animatiefilm van. Ondertussen kan u het boek elk zwanger echtpaar cadeau doen. Zij zullen hun hart vasthouden en bidden dat de ooievaar niets overkomt.
Laureaat van Stripjaaroverzicht 2020!