Lucas Harari houdt de teugels strak in handen
Lucas Harari, ‘De magneet’
Een grafische, maar mysterieuze cover, een titel die vele ladingen kan dekken, een linnen rug … ‘De magneet’ van Lucas Harari had op het eerste gezicht al meteen heel wat troeven in huis, en dan hadden we de strip nog niet eens gelezen. Of dat even aangenaam zou zijn, moest nog blijken, maar eerlijk is eerlijk, wij waren op voorhand al gunstig gestemd. Nochtans leek het onderwerp wat aan de droge kant, met de thermen van Vals als architecturaal vertrekpunt.
Het is in die setting dat zich het verhaal afspeelt van Pierre, een student architectuur bij vader Harari. Pierre werkt voor zijn scriptie rond de termen van Vals en raakt helemaal in de ban van het gebouw dat ooit ontworpen werd door Peter Zumthor. Hij besluit ter plaatse te gaan en reist naar de Zwitserse Alpen. Daar aangekomen blijkt er heel wat schuil te gaan achter het majestueuze landschap, dingen die ook de interesse wekken van ongure types.
Harari mikt hoog met ‘De magneet’. Niet alleen beeldend maakt zijn oog voor detail indruk, ook inhoudelijk is dit geen gewone strip. De auteur presenteert zijn verhaal alsof hij het werkelijk hoorde uit de mond van zijn vader, een docent architectuur, en het hem op een bepaald moment zozeer begon te intrigeren dat hij er een strip over wou maken. In een soort raamvertelling neemt Harari zijn lezer al snel op sleeptouw naar Vals en ontdekt er samen met hem wat het was dat Pierre zo fascineerde. Een deel van die fascinatie lijkt zich af te spelen in de bovennatuurlijke wereld. Er gebeuren namelijk onverklaarbare dingen op weg naar en in de thermen. Al bekent Pierre in het begin aan vader Harari wel dat hij tijdens het werken aan zijn scriptie overvallen werd door waanbeelden. In combinatie met de opmerking van zijn docent dat zijn werk interessant maar fantasierijk was, ben je als lezer al snel op je hoede. Wat is waar en wat niet? Hoe betrouwbaar is dit verhaal? Dat alles in- en uitgeleid wordt door een personage dat lijkt samen te vallen met de auteur, versterkt die verwarring alleen maar.
Voor zo’n intrigerend verhaal weet Harari gebruik te maken van de juiste beelden en vormgeving. Dat alles zich grotendeels situeert in de Zwitserse Alpen, helpt natuurlijk, maar het indrukwekkende en mysterieuze aura dat inherent over een berglandschap hangt, weet hij helemaal naar zijn hand te zetten en wordt zo de belangrijkste protagonist. Met een beperkt kleurenpalet van blauw, rood en zwart geven de prenten een sobere indruk, maar ze blijken een gesmeerd trio en vullen elkaar perfect aan waar nodig. Dat doen ze trouwens ook met de tekeningen, die erg grafisch zijn en waarin de klare lijn van Hergé duidelijk doorschemert. De thermen van Vals schitteren in al hun minimalisme dankzij de strakke lijnvoering met veel nadruk op perspectief en de grijzige uitstraling. Het komt de ietwat onheilspellende sfeer alleen maar ten goede. Harari houdt het bovendien ook spannend met zijn keuzes wat betreft de bladvulling. Een halve bladzijde wijden aan een volledig zwart vlak? Geen probleem. Een ritmische herhaling van plattegrond over bijna een volledige bladzijde? Moet kunnen.
Met ‘De magneet’ weet Harari duidelijk zijn plaats op te eisen in het striplandschap. Wist hij ons aanvankelijk al te paaien met een interessante buitenkant, dan blijkt ook de binnenkant heel wat moois te bevatten. Vorm en inhoud spelen ongedwongen op elkaar in en maken van dit debuut een spannend werk, op alle vlakken.
Originele titel: L’aimant
Vertaald door: Wiebe Mokken