‘Materiaalmoeheid’ van Šindelka is grenzeloos mooi en even pijnlijk
Marek Šindelka, ‘Materiaalmoeheid’
Wanneer een leven geen leven meer genoemd kan worden omdat het alleen nog bestaat uit oorlog en geweld, zoeken mensen naar uitwegen. Drastische oplossingen, maar tegelijk ook de enige kans op niet eens een beter bestaan, maar gewoon een bestaan. Al te vaak komt dat neer op een levensgevaarlijke tocht naar het beloofde Avondland, ook in ‘Materiaalmoeheid’ van Tsjechisch wonderkind Marek Šindelka.
Daarin volgt de lezer de tocht die Amir en zijn broer afleggen, gescheiden van elkaar in een hen totaal onbekende omgeving. Hun reis naar een beter leven is enorm hard, vol ontberingen en gruwel. Het enige wat ze altijd bij zich hebben, is hun lichaam, hun materiaal. Daarmee moeten ze in de motor van een auto zien te passen, de vernederingen van enkele extreemrechtse kinderen ondergaan of overleven in de vrieskou.
‘Materiaalmoeheid’ lees je duidelijk niet even ter ontspanning. Met zijn vaak korte zinnen en klinische stijl weet Šindelka de lezer hetzelfde benauwde, urgente en wanhopige gevoel te geven als dat wat Amir en z’n broer moeten doormaken tijdens hun reis. Regelmatig werden wij zelf fysiek ongemakkelijk. Bovendien zorgt het steeds wisselende vertelperspectief van Amir naar z’n broertje en omgekeerd voor heel wat onzekerheid. Zullen ze de reis overleven? Nergens durf je je hand ervoor in het vuur steken. Je probeert jezelf gerust te stellen met het idee dat de hoofdpersonages minstens het hele boek moeten meegaan, maar het helpt niet.
Als bevoorrechte Europeaan is het dan makkelijk om weg te kijken van de zoveelste confrontatie met vluchtelingenleed, het boek toe te slaan en te laten voor wat het is. Doe dat niet, ‘Materiaalmoeheid’ verdient een groot publiek. Al was het maar omdat het ons ook een spiegel voorhoudt. De verschrikkelijke scène met de extreemrechtse kinderen of die waarin een vrouw doodsbang wordt van een weerloze vluchteling en de politie achter hem aan stuurt, stellen de gemiddelde Europeaan niet in een fraai daglicht. Ook de zogenaamd bewonderenswaardige oorlogsjournalist blijkt niet meer dan een pervers en op sensatie belust individu. Nee, Šindelka wil zijn lezer geen hapklare brok voorschotelen en daarvoor kunnen wij alleen maar respect hebben.
Bovendien kennen wij geen boek waarvan de titel beter gekozen is dan dit. De auteur trekt de vergelijking van materiaal met het menselijk lichaam heel consequent door, zowel in het verhaal van Amir als in dat van zijn broer. Daardoor wordt alles nog wat zakelijker en dus afstandelijker. Tot je pareltjes van zinnen tegenkomt als ‘In een onbekende Europese stad werd Amir uit de motor geboren’. Opeens is dat lichaam er weer en besef je dat je als westerling waarschijnlijk nooit zult kunnen vatten hoe ver wanhoop en overlevingsinstinct een mens kunnen drijven. En hoezeer overlevenden getekend zijn door wat ze meegemaakt hebben.
‘Materiaalmoeheid’ is de krachttoer van een ongelooflijk beloftevolle auteur, een pleidooi voor menselijkheid en mededogen, een verademing in vreemde en onrustige tijden. Laat je dus niet tegenhouden door een recensie waarin woorden als ‘verschrikkelijk’, ‘gruwel’ en ‘wanhoop’ vallen. Geef dit boek de kans om je mee te slepen en te ontroeren, ook al zal het pijn doen. Het zal ook mooi zijn, beloofd.