De treurwil(g) van Rik Van Puymbroeck

De treurwil(g) van Rik Van Puymbroeck

Rik Van Puymbroeck, ‘Treurwil’ 4 out of 5 stars

Journalisten die streven naar literaire erkenning, het is een bekend fenomeen. Na eerder verschenen titels waagt Rik Van Puymbroeck (1976) met ’Treurwil’ nu ook de sprong. Het prozadebuut van een schrijver die melancholie niet schuwt.

‘Treurwil’ is niet het debuut van De Tijd-journalist Rik Van Puymbroeck. Eerder verschenen van hem ‘Thuis en ver van huis’, ‘Ergens onderweg’ en ‘Weduwen’. Laatste titel bevat getuigenissen van twaalf vrouwen die hun man verloren. Verdriet alom dat Van Puymbroeck kennelijk blijft achtervolgen, met dit verschil dat hij het leed dit keer op zichzelf betrekt. Aanleiding hiertoe is Filip T., een jeugdvriend die voor zijn ogen met een brommer verongelukte. Een harde klap die een litteken heeft nagelaten, dusdanig dat hij zijn notitieboekje met aantekeningen hierover amper durft te herlezen. De dood die voor ontreddering zorgt.

‘Na zijn dood leken de dagen van was. De werkelijkheid was een leven achter een glasgordijn dat wel bewoog door de wind, maar nooit openschoof. Wat als, wat als, wat als: het ritme van mijn opgejaagde hartenklop. Ik weet nog dat ik niet durfde te lachen. Dat ik wilde dat ik huilde. Dat ik me slecht voelde als ik me even niet slecht voelde.’

Een leven dat zich beperkt tot streepjes

Alsof het leed hem maar blijft achtervolgen komt veertien jaar later zijn broer Tom bij een auto-ongeval om het leven. Jaren later staat hij bij zijn dood stil en verwondert zich erover hoe vaag de herinnering inmiddels is geworden.

‘Ik schrijf herinneringen op en ben telkens verbaasd hoe weinig dat er zijn. Hoe mijn geheugen mij in de steek laat. Alsof zijn leven zich beperkte tot streepjes op een onderbroken tijdlijn met banale scènes uit een bestaan.’

Uitgerekend drie jaar na het overlijden van zijn broer sterft exact op dezelfde datum – 24 augustus – zijn moeder. Het leed blijft zich herhalen, de dood houdt hem in een alles verstikkende wurggreep. Het verdriet snijdt diep. Wat weet hij nog van haar? Aan de hand van wat schaarse memorabilia probeert hij haar leven te reconstrueren. Er is een map die ze nooit toonde, maar die zijn vader hem na haar dood bezorgde. Het leert hem dat ze een intelligente vrouw was die helaas niet verder mocht studeren. Ook het jarenlang verborgene komt aan het licht.

‘Voor ze vader leerde kennen, had ze een vriend gehad. Verkering zo noemde ze dat, met een man die wij nooit zouden kennen, maar die Hubert heette. Ik vind twee brieven aan hem gericht, maar niet door haar geschreven.’

Lachen hoor je alleen op Allerheiligen

Om haar heengaan te herdenken laat hij een foto van een treurwilg uit haar tuin in een krant plaatsen. Symbolischer kan haast niet: de boom heeft haar overleefd en Van Puymbroeck realiseert zich hoe snel een jaar voorbij gaat en wat hij zich nog heugt over Filip, zijn broer Tom en Godelieve Bogaert, zijn moeder.

Dat zijn boek meer is dan een louter anekdotisch verhaal is te danken aan zijn verwijzingen naar elegische geschriften waaruit overvloedig wordt geciteerd. Of die goddelijke versregel van Hugo Claus’ moedergedicht: ‘Ik ben niet, niet dan in uw aarde.’

Dat verder bezoeken aan kerkhoven als Père-Lachaise in Parijs of het Venetiaanse San Michele niet ontbreken ligt voor de hand. Het is een zoeken naar troost, reflecteren over de dood, een zoektocht naar zingeving aan dit alles;

‘Op Isola di San Michele lachte niemand, zoals niemand dat doet op een begraafplaats in Overijssel, Steenkerke of Désertines. Lachen hoor je daar alleen op Allerheiligen. Het is de zenuwlach. De onhandige lach. De lach van de angst, de schrik voor de stilte, de kwetsbaarheid en het niet-weten.’

‘Treurwil’ is tijdloos proza dat een intense indruk nalaat. Zinnen die je met een zacht potlood onderstreept, gedachten die je opslaat. Een grotendeels autobiografisch boek dat getuigt van literair vakmanschap. Van Puymbroeck heeft zijn entree in de literatuur vast en zeker niet gemist.

Related Images: