Beklemmende inkijk in Ditlevsens rusteloze geest
Tove Ditlevsen, ‘De gezichten’
Kinderboekenschrijfster Lise Mundus sluit zich op in haar appartement. Schrijven lukt al twee jaar niet meer. Sinds het succes van haar vorige boek is het alleen nog maar wachten tot ze door de mand valt. Ook naar buiten gaan is geen optie. Daar zijn te veel gezichten, die ‘aan een stuk door [veranderden], alsof ze die in woelig water weerspiegeld zag.’
Het moge duidelijk zijn: wanneer je de geest van Lise Mundus binnengaat, kom je daar geen vrolijke boel tegen.
Heerlijk onderkoeld
Lise wordt opgevoerd als een doodeerlijke verteller. Ze kijkt met een afstandelijke, heerlijk sarcastische blik naar haar huwelijk: ‘Gert had haar beroemdheid als een persoonlijke belediging opgevat. Hij beweerde dat hij niet naar bed kon met een stuk literatuur en hij bedroog haar vol enthousiasme.’
Een van zijn veroveringen is de huishoudster Gitte. ‘Je gaat je een beetje raar gedragen als je je te veel afzondert,’ merken Gert en Gitte op. Lise heeft er geen oren naar, die twee zijn immers niet te vertrouwen. Ze zijn haar liever kwijt dan rijk zodat hun affaire eindelijk een kans krijgt. Lise had wel gehoord hoe ze in de keuken zaten te konkelfoezen.
Als lezer ga je mee in Lises kijk. Maar Ditlevsen schrijft snel en meedogenloos. Waar de achterdocht eerst gegrond lijkt, word je al snel in een psychotische paranoia meegesleurd.
Een wereld die verschuift
Ditlevsens stijl leent zich uitstekend tot de beklemmende wereld van Lises gedachten. Het is een wereld waarin alles nét niet klopt, nét een beetje vertekend is. In het eerste hoofdstuk tuimelen de metaforen over elkaar heen: er zijn mensen die het gezicht van iemand anders gestolen hebben, mensen met een gezicht dat te ruim om hun botten hangt, er zijn gezichten als een oude handschoen en gezichten waar simpelweg iets verkeerd aan is. ‘Al zijn trekken leken afstand van elkaar te nemen, als meubels uit verschillende huwelijken.’
Heel snel worden de beelden akeliger, de stemmen dreigender en de fantasieën gewelddadiger. Hier wordt de leeservaring zwaarder en bij momenten is het doorzetten om te blijven meegaan in Lises hallucinaties. Dat het behapbaar blijft, komt door de beperkte lengte van het boek en Ditlevsens psychologische inzicht. Lises angst blijft ook in de diepste verwarring voor een herkenbare menselijkheid zorgen.
De duisternis van Ditlevsen
Dat ‘De gezichten’ geen optimistisch werk is, hoeft niet te verbazen in het licht van Ditlevsens leven en werk. Dat werk is pas recent naar het Nederlands gebracht: in 2020 verscheen de Kopenhagen-trilogie, een autobiografisch verslag over haar jeugd in armoede, haar vier gestrande huwelijken en haar drugsverslaving. Een duister leven dat met ‘De gezichten’ een even donkere weerslag vindt in fictie. Eén voordeel aan de pandemiejaren: ze vormen hét moment bij uitstek om het obscure oeuvre van Tove Ditlevsen te betreden.