Franzen doet waar Franzen goed in is
Jonathan Franzen, ‘Kruispunt’
Zes jaar na ‘Zuiverheid’ is Franzen terug met een nieuwe Great American Novel. En niet zomaar één. ‘Kruispunt’ is het eerste deel van een trilogie met als titel ‘Een sleutel tot alle mythologieën’.
De titel verwijst naar het megalomane studieproject van Casaubon in ‘Middlemarch’, een project dat aan het eind van zijn leven gedoemd bleek om te mislukken. De referentie maakt Franzens titelkeuze even megalomaan, maar ook ironisch in één. Of Franzens project wél zal lukken, kunnen we niet voorspellen. Wat we wel kunnen zeggen is dit: deel één lost de verwachtingen in. En die waren nochtans hoog gespannen. Zeer hoog.
Het kruispunt van mens en maatschappij
Net zoals ‘De correcties’ gaat ‘Kruispunt’ over één familie in de tijd rond Kerstmis. Deze keer geen grootse kerstplannen, maar wel zes verschillende familieleden die elk apart worstelen met hun eigen plaats in de samenleving, maar vooral in het gezin. Allen nemen ze op één dag, 23 december 1971, een beslissing die hun leven een andere wending geeft.
Aan het hoofd van de familie Hildebrandt staat Russ, een hulppredikant die vooral opereert in de marge van zijn kerkgemeenschap, buiten het zicht van Rick Ambrose, de halfgod die na ‘Russ’ debacle’ de leiding van de kerkelijke jongerengroep Crossroads op zich heeft genomen. Wie hij wel in zijn vizier heeft, is de weduwe Frances Cottrell, iemand die hij maar al te graag betrekt bij zijn parochiale liefdadigheidswerk. Kan zij Russ zo ver krijgen om – in de geest van Kerstmis – terug samen te werken met zijn aartsvijand voor een gezamenlijke lentetrip naar het gebied van de Navajo-indianen?
Ook zijn hoogbegaafde puberzoon Perry heeft een voornemen: ‘een goed mens te worden. Of als dat niet lukte: minder slecht.’ Stap één: zijn drugsvoorraad verkopen ten voordele van kerstcadeautjes. Andere telgen van de familie zijn de populaire en dolverliefde Becky, en de student Clem, die aan de universiteit gedwongen wordt om zijn zelf- en wereldbeeld bij te stellen.
Hij was een uitblinker op school geweest omdat hij het domweg leuk vond om dingen te leren, niet omdat hij over superieure wilskracht beschikte. Vanaf het moment waarop Sharon hem kennis liet maken met iets wat nog veel leuker was kwam hij erachter hoe hopeloos onderontwikkeld de spieren van zijn wil eigenlijk waren.
Het meest verbijsterende levensverhaal, houdt Franzen voor het laatste. Russ’ vrouw Marion lijkt een grijze muis, maar blijkt – naast twintig kilo te veel – ook een gigantische emotionele rugzak met zich mee te zeulen.
Het kruispunt van goed en kwaad
Centraal staat het vraagstuk naar goed en kwaad. Een oeroud, en hoe kan het ook anders, bijbels thema, maar Franzen weet er behendig zijn eigen draai aan te geven doordat hij zijn personages over dit vraagstuk laat filosoferen aan de hand van hun eigen, kleine levenskeuzes.
En zo kwam hij die avond en nacht tot zijn voornemen. Deels om het ongelijk van zijn zus te bewijzen, en deels om alsnog iemand te worden die het vertrouwen verdiende van Rick Ambrose (en dan misschien zelfs wel diens voorkeur te krijgen boven Becky). Niet de zuiverst mogelijke motieven, maar je moest ergens beginnen.
Franzen laat zijn personages met een ongelofelijke eerlijkheid naar zichzelf kijken. Voortdurend bevragen ze hun eigen motieven. Blijft een goede daad een goede daad wanneer er vooral zelfgewin op het spel staat?
Het onontwarbare kluwen van een mensenleven
Naar eigen zeggen is het geheim van Franzens schrijven de backgroundstory. In ‘Kruispunt’ puzzelt hij zes mensenlevens bijeen die elkaars pad op één dag in- en uitlopen, maar die zich tegelijk al jarenlang tot elkaar verhouden op een spectrum van liefde en bewondering tot minachting en complete onverschilligheid.
Bij ‘Kruispunt’ gaat Franzen, meer nog dan in ‘De correcties’ tot de essentie. Alle overtollige ballast blijft achterwege. Geen paginalange zinnen, minder nood aan het woordenboek. Toch blijft ‘Kruispunt’ stilistisch een feestmaal, door de elegantie van Franzens zinnen enerzijds, maar vooral door de samenhang tussen taal en personage. Alles klopt. Russ die naar spijt verlangt om dichter bij Gods genade te komen en wil ‘ineenkrimpen van retrospectieve schaamte’. Perry die praat over ‘de pulserende nuheid van alles’. En zo vind je op elke pagina wel een schitterende amuse-bouche.
Franzen doet waar Franzen goed in is: zo nauwkeurig pulken aan het onontwarbare kluwen van een mensenleven tot alle episodes als ragfijne draden naast elkaar uitgestald liggen. En dat, terwijl je nergens ook maar enige kunstgreep van de auteur voelt. Het mag duidelijk zijn: ‘Kruispunt’ is een huzarenstuk.