Iggy bouwt de muur van haar verleden op
Femke Vindevogel, ‘Baksteen’
Met ‘Baksteen’, haar tweede roman, bevestigt Femke Vindevogel (1978) onbetwistbaar haar vakmanschap als schrijver. Het is het verhaal van Iggy, een suppoost van het S.M.A.K., die met vallen en opstaan samen met een ex-vriendin een pijnlijk verleden probeert te verwerken.
Ruim twee jaar geleden debuteerde Vindevogel met ‘Confituurwijk’. Een roman waarin Marie De Geest, het hoofdpersonage, een cultuurschok ondergaat. Een teveel aan personages en te vaak wisselend vertelperspectief maakten er geen echte pageturner van. Toch werd het werk – genomineerd voor de Bronzen Uil en bekroond met de publieksprijs van de Confituur Boekhandelsprijs – geprezen omwille van een sterke zinsbouw en de humor waarin het is gedrenkt. Humor die ook in sommige van haar gedichten aanwezig is.
Femke Vindevogel, die als muziekdocent en illustrator werkzaam is, kwam indertijd als dichter met publicaties in Tirade, Poëziekrant en Het Gezeefde Gedicht op kousenvoeten de literaire wereld binnengewandeld.
Fascinatie voor VW-kevers
Dat ze schrijven kan bewijst ze opnieuw met ‘Baksteen’ dat qua thematiek gelijkenissen vertoont met haar debuut. Het schetsen van een wereld waarin van alles fout loopt. Dit keer brengt ze het verhaal van Iggy, verteller en hoofdpersonage, die terugblikt op een traumatische jeugd. Jarenlang werden Iggy en haar zusje Pinkeltje geterroriseerd door een drankzuchtige vader. Een man met een uitgesproken fascinatie voor VW kevers en die een relatie onderhoudt met een mysterieuze Helga. Ondanks alle beloftes dat hij zich zou herpakken is een echtscheiding dan ook onafwendbaar.
‘Net als veel voormalige Oost-Berlijners na de Wende keek hij voortdurend over zijn schouder naar wat geweest en nu kwijt was. Bij gebrek aan beter woonde hij in de Kever. De eindeloze ruzies en de oplopende zuipschulden die tot deze situatie hadden geleid, was hij gemakshalve vergeten.’
Een voortdurend afwezige vader
En dan op een dag staan er plotseling zakken vol stenen voor Iggy’s voordeur. Geen idee wie ze daar heeft geplaatst. Bij nader toezien blijken het restanten te zijn van een muurschildering die haar vader ooit maakte voor een psychiatrische instelling. Tijdens het zoeken naar de ontbrekende bakstenen, een klus waarbij ze door haar ex-vriendin Luka wordt geholpen, wordt gaandeweg duidelijk hoezeer ze als opgroeiend meisje heeft geleden. Hoe haar vader de klappen die hij haar gaf naderhand met geschenken allerhande probeerde te vergoelijken. Hij is een voortdurend afwezige vader die afwisselend in legerkazernes, ontwenningsklinieken en psychiatrische instellingen verblijft. Het is alsof hij voortdurend muren opzoekt om er zich, ver verwijderd van het dagelijkse leven, achter te verbergen. Een verlangen waaraan Iggy allerminst toegeeft.
‘Ik streef naar vrijheid, naar landschappen zonder muren, een leven in knallende kleuren, zonder bemoeizucht en regels, zoek constant naar tunnels om te ontsnappen uit mijn bestaan, maar als ik er eentje tegenkom heb ik geen lef om me erdoorheen te wringen.’
Femke Vindevogel profileert zich met ‘Baksteen’ – een titel die in alle opzichten de lading dekt – als een auteur met een beeldrijke taal en een scherp observatievermogen. Tal van humoristische passages en een happy end zorgen ervoor dat deze roman vlot wegleest. Vandaar dat Femke Vindevogel het verdient om met argusogen te worden gevolgd.
l