De prinsheerlijke revelatie die Arooj Aftab heet
Soms, héél soms ontdek je per toeval een absolute smaakmaker in het muziekgebeuren. Dat geldt zonder enige twijfel voor Arooj Aftab. Met een héérlijk concert in de Antwerpse Rivierenhof bewees de groep een van dé meest uitgesproken muzikale sensaties van het huidige festivalseizoen te zijn. Noteer: Arooj Aftab. En trek er vervolgens op uit om die waanzinnig goede “Vulture Prince” plaat (nu in deluxe-editie uit bij Verve Records) te gaan kopen.
Via sleutelpassages de wereld in
Arooj Aftab is niet direct de meest gekende naam. Althans: nog niet. Nadat de groep op eigen houtje debuutplaat “Bird Under Water” maakte en wat later het eerder kleine, onafhankelijke New Amsterdam Records brood zag in meer werk (“Siren Islands”, 2018), bleek “Vulture Prince” plotsklaps een heel eigen gang te gaan via enkele opgemerkte sleutelpassages zoals tijdens Le Guess Who 2021 en het waanzinnig populaire Tiny Desk Concerts. Zo mocht Arooj als een van de allereerste Pakistaanse artiesten ooit een felbegeerde (en meer dan verdiende) Grammy Award in ontvangst nemen. Volstrekt terecht, als u het ons vraagt.
De heruitgave verschilt met het oorspronkelijk uitgegeven album op twee toegevoegde composities na, waaronder een track met de Indiase sitarspeelster Anoushka Shankar. Een nieuwe bonustrack die duidelijk maakt dat er nog veel muzikale ruimtes te bespelen zijn. Geen énkel bezwaar, want de kwaliteit van het “Vulture Prince” album staat sowieso buiten kijf. Het is niets minder dan een wonderlijk album, ergens op het grensgebied tussen uitgebeende folk, rustieke jazz en esthetisch minimalisme in. Met erg delicate composities zoals opener “Baghon Main” of “Diya Hai” die langzaam bedwelmen en gaandeweg een roes evoceren.
Kenmerkend is het samengaan van de zachtmoedige melodietjes waarbij Aftab zich ondersteund weet de inbreng van onder meer contrabassist Petros Klampanis, de betoverende harpiste Maeve Gilchrist, klassieke gitarist Gyan Riley (familie van Terry), contrabassist Shahzad Ismaely (o.a. Marc Ribot) en violist Darian Donovan Thomas. Met als gids de waarlijk fenomenale vocals van Aroof die hoofdzakelijk in het Urdu zingt.
De onmogelijkheid van liefde
“Vulture Prince” gaat grotendeels over de onmogelijkheid van liefde. In essentie is het een op muziek gezet afscheid, zowel in familiale termen als die van een complexe liefdesrelatie. Dat laatste is onder meer te halen uit het uitzonderlijk in het Engels gezongen en in fijne en heupwiegend trendy dub- en reggaesfeertjes gewentelde “Last Night”. Die stelt grofweg: gisteravond nog vrijden we samen onder de kale hemel. En het was héérlijk, al wisten we beiden eigenlijk dat het een tijdelijk samengaan van hoogst bijzondere omstandigheden was. Hoe magisch de ervaring, er zou ooit een einde aan komen.. De klok terugdraaien kan niet meer, wat beide geliefden rest is de herinnering: “last night / the moon“.
De track vormt het kantelpunt, ook al omdat je daar hoort wat initieel het concept was: streepjes dub, lichte reggae, gemengd met afrobeat en elektronica. Na het overlijden van Aroofs broer (Maher) gooit ze het roer helemaal om en zoekt ze onder meer inspiratie bij ghazal poëzie uit moederland Pakistan. Op muzikaal vlak komt dat uiting in delicate muziek die put uit oude, volkse tradities en komt ze terecht in een vreemde, maar weergaloze mix van folk, roots, blues, jazz en minimalistische ambient.
Van ene hoogtepunt naar het andere
Op dat moment moeten absolute hoogtepunten, zoals het terecht met een Grammy Award bekroonde “Mohabbat” (over rouw en herinnering), nog komen. Zelden werden we zo bevangen door een compositie. Het is reiken naar de goden, om die alsnog heel even je heel eigen gedacht te kunnen zeggen en zo het onzegbare alsnog ergens een plaats te kunnen geven. Ook elders, zoals tijdens het diepe nostalgische “Saans Lo” (denk: een dolksteek récht in het hart) wordt duidelijk dat “Vulture Prince” grotendeels een lamentatie is over ultieme vriendschap en verloren gegane liefde.
Geruime tijd al keren we telkens weer terug naar dit onweerstaanbare, hartverscheurend mooie album. En gek genoeg lijken we plotsklaps het Urdu helemaal te verstaan. Misschien niet noodzakelijk in woorden, maar vooral in gevoel. Een prachtplaat dus, de ontdekking méér dan waard.