Arnon Grunbergs penetrante aforismedrift

Arnon Grunbergs penetrante aforismedrift

Arnon Grunberg, ‘De dood in Taormina’ 3 out of 5 stars

Afgelopen zomer verscheen in het Nederlandse weekblad ‘De Groene Amsterdammer’ een uitgebreid artikel over Arnon Grunbergs debuutroman ‘Blauwe Maandagen’ (1994). Het boek werd opnieuw besproken in een reeks waar eerder klassiekers als Herman Kochs ‘Red ons, Maria Montanelli’ (1989) en J.D. Salingers ‘The catcher in the rye’ (1951) de revue waren gepasseerd. Er liggen ondertussen zesentwintig jaar en talloze essays, romans en reportages tussen dat debuut en Grunbergs nieuwste worp ‘De dood in Taormina’. Een periode waarin de Amsterdammer zich ontbolsterde tot een figuur wiens stem een vertrouwde plaats inneemt in het publieke debat. Voegt deze roman iets toe aan zijn schrijverschap?

De roman bevat alle ingrediënten die Grunberg deden uitgroeien tot een gevestigde naam. Er is een hoofdpersonage dat functioneert volgens een idiosyncratische logica. De wisselwerking tussen realiteit en fictie bevindt zich continu op het voorplan in dit werk. En een substantieel deel van de zinnen dient zich aan als aforisme:

‘Minnaars moet je altijd missen. En ik weet dat je niet mag veralgemeniseren, maar mannen zijn fragiel, ze willen graag gemist worden, als je ze niet mist raken ze in paniek.’

Figuranten

Grunbergs veertiende roman lijkt qua thematiek sterk op ‘Figuranten’ uit 1997. Net als in dat boek wordt het verhaal bepaald door een driehoeksverhouding waarbij film een prominente plaats opeist.

Zelda’s moeder verdwijnt uit haar leven op jonge leeftijd. Ze belandt een korte periode in een jeugdbende, waarna ze verzeilt in de theater- en operawereld. Vroegrijp als Zelda is, gedijt ze er als een vis het water. Het schrijven van teksten wordt door haar benaderd met een pragmatisme dat niet zelden naar het absurde neigt.

‘Die avond zei ik tegen hem: ‘Ik ga met Aleppo aan de slag.’

‘Met wat?’

‘Met Aleppo,’ zei ik. ‘We gaan er een opera van maken’

[…]

In mijn appartement […] begon ik me in Aleppo te verdiepen met dezelfde vanzelfsprekendheid waarmee ik daarvoor in de elektrische fiets had verdiept.’

De effectiviteit van een koffiemachine

Ondertussen maakt ze kennis met Jona, een acteur die op zijn retour is. Een halfslachtige affaire is het gevolg. Iets later maakt Per – een knappe roadie met ambities – zijn opwachting in Zelda’s leven. Per benadert zijn bestaan met de effectiviteit van een koffiemachine. Zo eet hij ’s middags uitsluitend rijst met tonijn uit een blikje en weigert hij categoriek te vrijen na het avondeten (‘dat is slecht voor de gezondheid’). De twee exploreren elkaars lichamen met de gretigheid van ontdekkingsreizigers.

Aangezien Jona en Zelda geen geheimen voor elkaar hebben, brengt ze hem op de hoogte van de avonturen met Per. Hij raakt geïntrigeerd en stelt een gezamenlijke reis naar Taormina voor (‘Ik wil hem beter leren kennen’. Zoals een wijnkenner over een wijn zegt: ‘Die zou ik wel willen proeven.’). Op het Italiaanse eiland speelt zich het eindspel af tussen het trio, net zoals Zelda had gepland.

In de laatste hoofdstukken wordt veelvuldig verwezen naar François Truffauts film ‘Jules et Jim’ (1962), een werk dat nogal wat kruisverbanden vertoont met ‘De dood in Taormina’. Ook bij de Fransman is er sprake van een driehoeksrelatie met fatale afloop zonder dat er sprake is van inktzwarte tragiek. Zowel bij Truffaut als bij Grunberg blijft de toon opgeruimd. Om grappig te zijn heb je nu eenmaal een afgrond nodig.

Toch voelt deze roman aan als een zekere herhalingsoefening. Soms belemmert Grunbergs aforismedrift de natuurlijkheid van de dialogen:

‘De opwinding is een voorstelling, het verlangen is een voorstelling, dat is de waarheid van het verlangen en jij bent klaar voor de voorstelling.’

Desalniettemin is een gewoon goede Grunberg nog steeds de moeite om te lezen. Je zal ons dan ook niet horen klagen.

Related Images: