Allegorie of allegaartje? Een visueel ratjetoe verpulvert Verdi’s quasi vergeten ‘Ernani’

Allegorie of allegaartje? Een visueel ratjetoe verpulvert Verdi’s quasi vergeten ‘Ernani’

Opera Ballet Vlaanderen, ‘Ernani’ 2 out of 5 stars

‘Nabucco’, ‘Macbeth’, ‘Rigoletto’, ‘Il trovatore’, ‘La traviata’, ‘Simon Boccanegra’, ‘Aida’, ‘Otello’, ‘Falstaff’, enzovoort: schier eindeloos lijkt de opsomming van Verdi’s opera’s die tot het collectief geheugen zijn gaan behoren. Ruim twee dozijn werken voor de bühne liet de componist de wereld na toen hij aan het begin van de 20ste eeuw het leven liet. Dat het vooral de latere werken zijn die vandaag het vaakst de affiches van de grote podia halen, is niet verwonderlijk, want onder ingewijden heerst de consensus dat Verdi pas na 1850 definitief zijn maturiteit bereikte. ‘Ernani’ (1844) geldt dus als een prematuur werk, waarin de op dat moment prille dertiger enerzijds experimenteert met virtuoze psychologisering op vocaal gebied en anderzijds vanuit de orkestbak de handeling probeert te stuwen vanuit eenvoudige doch gevoelsmatig geladen motieven.

Dat ‘Ernani’ zelden de affiches haalt, is echter niet alleen te wijten aan het feit dat Verdi later in zijn carrière rijper werk zou afleveren. Het libretto, gebaseerd op het destijds felomstreden ‘Hernani’ van Victor Hugo, doet immers formulematig aan, waarbij de afzonderlijke scènes een wat bouwvallig geheel construeren. De psychologie van de drie mannelijke rollen die stuk voor stuk naar dezelfde vrouw verlangen, komt slechts halvelings uit de verf. De ervaring van de noodlottige Elvira, die dus het zwaartepunt vormt van de overkokende passie bij het mannelijke trio, wordt al helemaal niet aangeraakt. Dit stelt regisseurs die met ‘Ernani’ aan de slag willen gaan voor een dubbele uitdaging: enerzijds het verhaal als logisch samenhangend presenteren, anderzijds een interpretatief kader vinden van waaruit de diverse rollen aan diepgang winnen.

Vanuit een dergelijke betrachting betrok Opera Ballet Vlaanderen dichter, romancier en theaterauteur Peter Verhelst bij de productie. Die schreef een monoloog voor een imaginair personage, dat de protagonist als het ware begeleidt tijdens zijn gestage ondergang. Conceptueel begrijpt en bekijkt Verhelst het titelpersonage als een romanticus, waarmee hij aanleunt bij Victor Hugo’s lezing. Zoals Verhelst wel vaker doet, onttrekt hij Ernani aan tijd en ruimte om hem in een episch landschap te plaatsen, waarin zowel de dichterlijke abstractie als de tactiele onmiddellijkheid van ‘s mans dichterschap helemaal tot hun recht komen. Het titelpersonage incorporeert bij Verhelst zowel het streven naar een absolute beleving van zoiets wispelturig als fysieke liefde, als diens statuut van politiek-ideologisch reactionair. Zodoende verwordt Ernani tot een karakter dat vanuit de oorspronkelijkheid van een oerbegeerte de heersende denkkaders omver wil werpen.

Smeden Verhelsts mythische teksten de hiaten binnen het libretto aaneen? Helemaal niet, want de dichter moet niets weten van exegese. Integendeel poogt de auteur de dwingelandij van een opvoering trouw aan de klassieke theatrale wetmatigheden te doorbreken, met omfloerste teksten die veeleer uitnodigen tot verbeelding en reflectie. De monoloog had voor regisseur Barbora Horáková Joly dus een vrijgeleide moeten zijn, maar duidelijk is dat zij zich niet weet te verhouden tot wat Verhelst aanreikt. Bijgevolg wordt haar regie een zootje. Anders dan bij Verhelst kan Joly’s Ernani totaal niet begrepen worden als allegorisch expressie van het idee mens. Zij vindt het immers nodig om het karakter anekdotisch uit te leggen, in casu als een getraumatiseerd oorlogsslachtoffer dat vanuit de permanente neurose van het verlies van zijn vader leeft.

Waar Verhelsts teksten, door Johan Leysen doelbewust non-figuratief neergezet, kortom de vraag stellen naar wat Ernani kan betekenen voor de mens vandaag, maakt de regisseur er een stereotiepe karakterstudie van. Animatie schatplichtig aan ‘Waltz with Bashir’, zinderende video’s van Tabea Rothfuchs die evenwel nauwelijks contact maken met wat er zich op de bühne afspeelt en kostuums die het tegendeel van cohesie creëren: de ene vondst accordeert nooit met de volgende, waardoor de scenografie in een volslagen kakofonie resulteert. De personenregie is bovendien tenenkrullend demonstratief, waarbij Denys Pivnitskyi – als tenor ronduit vlak – om onbegrijpelijk redenen meent te moeten doen alsof hij alle lijden dezer wereld op zijn schouders torst.

Vocaal blijft daarenboven alle vuurwerk uit. Dirigente Julia Jones laveert gelukkig zonder hyperbolen doorheen Verdi’s partituur, met andere woorden haar integere aanpak laat de intrinsieke kwaliteit zonder de poeha van de zangers opleven. Daarmee wordt deze ‘Ernani’ nog geen revelatie, maar ze voorkomt wel dat deze productie compleet de mist in gaat.

Gezien in Opera Gent op 11/01/2023.
Copyright foto: Annemie Augustijns

Related Images: