De beste boeken voor je caféloze avond

De beste boeken voor je caféloze avond

Vijfsterrenliteratuur voor een lockdown light 5 out of 5 stars

Wat hebben wij massaal gelezen tijdens de lockdown. We haalden onze moderne en minder moderne klassiekers vanonder het stof en lazen eindelijk de Nobelprijswinnaar van 2018. We reisden melancholisch door andere werelden, zochten een streepje optimisme bij de Libriswinnaar en doken diep in dystopieën – wat moet je anders in deze tijden. De crème de la crème uit de Cutting Edge-boekenkasten delen we graag met jou.

Olga Tokarczuk, ‘De rustelozen’ (Lise Delabie)

tokarczuk

‘De rustelozen’ is een boek in beweging. Het lezen is erin dwalen. Tokarczuk maakt je expert in de reispsychologie en geeft je een poëtische rondleiding in haar rariteitenkabinet.

Terwijl ik op de waterkering naar de stroming stond te staren besefte ik dat – ondanks alle gevaren – wat in beweging was altijd beter zou zijn dan dat wat zich in rust bevond […] Vanaf dat ogenblik stak de rivier als een naald in mijn veilige, onveranderlijke parklandschap, de broeibedden, waarin groenten in verlegen rijtjes opkwamen, en van de stoep van betonplaat, waarop we hinkelden.

O. Tokarczuk, ‘De rustelozen’. De Geus 2011, p. 11

John Lanchester, ‘De Muur’ (Philippe De Cleen)

De achttienjarige Joseph Kavanaugh krijgt tijdelijk de opdracht toegewezen om een muur te verdedigen. Dag en nacht vervult hij zijn plicht. Maar gaandeweg vallen er toch gaten en sluipt het leven (en goed: ook een portie verraad) binnen.

Sander Kollaard, ‘Uit het leven van een hond’ (Lise Hoebrechts)

Een boek dat over niet meer gaat dan ‘het leven’ in al zijn banaliteit en toch zo weet te ontroeren dat het permanent onder je vel kruipt, daar moet je een groot schrijver voor zijn. Een terechte winnaar van de Libris Literatuur Prijs.

Zonder verhalen zou de wereld uiteenvallen in betekenisloze onderdelen.

S. Kollaard, ‘Uit het leven van een hond’. Van Oorschot 2020, p. 61


Wim de Bie, ‘Meneer Foppe en het gedoe’ (Karel Alleene)

Zondagavond was bij ons thuis naar ‘Keek op de week’ kijken. De typetjes die Wim de Bie en Kees van Kooten loslieten op de kijker voelden levensecht. Zo ook Meneer Foppe, een uiterst verlegen man die zich thuis alleen prima voelt. Deze bundeling bevat een aantal van zijn belevenissen, die eenmaal gelezen zich vast beitelen in het hoofd.

Als meneer Foppe aan zijn ouderlijk huis dacht, kreeg hij eerst de geheime plekken van zijn jeugd voor de geest […] Een huis is pas een huis als het van die geheime plekken heeft als je je erin kan verbergen, dacht meneer Foppe.

W. de Bie, ‘Meneer Foppe en het gedoe’. Uitgeverij De Harmonie 1987, p. 16

Jeff VanderMeer, ‘Southern Reach trilogy’ (Floris Cavyn)

Hoewel we ons gezien de omstandigheden moeten beperken tot een minimum aan sociale contacten en regels streng dienen op te volgen, biedt ons hoofd een welgekomen toevluchtsoord. Of dat van een ander. Jeff VanderMeers hoofd is zo’n plek waar het leuk toeven is. De verbeelding van de man is ongezien en voert je in de Southern Reach trilogy mee naar het ongekende Area X, waar niets is wat het lijkt. De drie boeken zijn spannend, doordrongen van het nodige avontuur, literair hoogstaand en vertellen meer over de huidige maatschappij dan de zatte toogfilosoof.

Patrik Svensson, ‘De lange weg naar huis’ (Philippe De Cleen)

Deels een ontroerende beschrijving van de complexe relatie tussen een vader en zijn zoon, deels een brok wetenschap, gekoppeld aan levensfilosofie. Het uiterst fascinerende debuut van Svensson is zeker een aanrader.

Dino Buzzati, ‘De woestijn van de Tartaren’ (Philippe De Cleen)

De zinloosheid en absurditeit van het leven, op waarlijk grootse wijze in romanvorm gegoten. Een must-read, onder meer voor fans van J. M. Coetzee.

‘Ja, het is te warm,’ antwoordde ze vlak, en allebei begrepen ze dat alles voorbij was […] Tussen hen gaapte een leegte, tevergeefs strekten ze de handen uit om elkaar te bereiken, maar de afstand nam met de minuut toe.

D. Buzzati, ‘De woestijn van de Tartaren’, Uitgeverij Wereldbibliotheek 2016.

Zadie Smith, ‘Witte tanden’ (Gert Vanlerberghe)

De zomer bracht eindelijk voldoende tijd om in de intense wereld te duiken van Archie, Clara en Irie Jones, de Iqbals en de Chalfens. We volgen deze drie families enkele decennia lang, van Jamaica tot Noord-Londen, en stellen ons met hen vragen rond thema’s als kolonialisme, fundamentalisme en genetische manipulatie, terwijl we ons stiekem kapot amuseren.

De lichtjes karikaturale maar vooral heel menselijke personages belanden, gedreven door een diepgewortelde ideologie (of gebrek eraan), in de meest tragikomische situaties – de spreekwoordelijke lach en traan – met af en toe een knipoog naar Rushdie of Scorsese. Smiths moderne klassieker uit 2000 zal je op slag fan maken van haar unieke stem, haar meeslepende plot, haar speelse stijl, haar rauwe humor.

Sophie Calle, ‘Suite vénitienne’ (Staf Nys)

Wanneer Sophie Calle een zekere Henri B. ontmoet op een feestje, besluit ze hem buiten zijn medeweten tot helemaal in Venetië te volgen. Maar laat ze zich enkel leiden of ook verleiden? Gedurende de hele reis blijft de lens objectief, de fotografe erachter niet. Zo levert de achtervolging een interessante zoektocht op naar het wezen van fotografie, van de fotograaf en de gefotografeerde. Een artist’s book, dagboek, fotoboek, performance, spannend detectiveverhaal en filosofisch essay (met nawoord van Jean Baudrillard) in één – voor wie van thuis uit over het buitenland en contact met vreemden wil dromen.

Related Images: