Hafid Bouazza en Marlene Dumas eren Baudelaire

Hafid Bouazza en Marlene Dumas eren Baudelaire

Charles Baudelaire, ‘Parijse walging – Le Spleen de Paris’ 4 out of 5 stars

Wie een beetje van poëzie houdt heeft belist ‘Les fleurs du mal’ van Charles Baudelaire (1821-1867 ) gelezen. Aangrijpende poêzie die blijft hangen. Even bedwelmend en indringend zijn de prozagedichten van de beruchte Franse dichter. Een deel ervan is nu verscheen in een postume vertaling van Hafid Bouazza ( 1970-2021) met illustraties van Marlene Dumas (1953). Een te koesteren poëtische parel.

De lezer met taal bedwelmen

Hafid Bouazza en Marlene Dumas waren bepaald geen onbekenden voor elkaar. In 2015 werkten ze voor het eerst met elkaar samen aan een Nederlandse editie van Shakespeares ‘Venus and Adonis’. Het was voor hen meer dan een louter zakelijke opdracht, ze werden na afloop vrienden. Een en ander wees erop dat het niet bij die ene samenwerking zou blijven. Beiden namen zich voor vijftig prozagedichten van Charles Baudelaire, vooral bekend van ‘Les fleurs du mal’ te vertalen en te illustreren.

Het was een publiek geheim dat Bouazza bijzonder gefascineerd was door het werk van de Franse dichter. Hij voelde zich aangetrokken door zijn turbulente levensstijl en de roes die door absint, een populair drankje onder vroegere kunstenaars, wordt veroorzaakt. In een gesprek met De Morgen (28.5.2022) getuigt Dumas hierover: ‘Ook stilistisch had Bouazza veel gemeen met Baudelaire. Ze werden beiden geprezen om hun muzikale taal (…) Met hun schrijfritme wilden ze de lezer bedwelmen.’

Vol enthousiasme aan de vertaling van de gedichten begonnen, sloeg begin vorig jaar het noodlot toe. Bouazza overleed plotseling. Hij was amper eenenvijftig jaar geworden en had op dat moment exact twintig gedichten vertaald. Een harde klap voor Marlene Dumas voor wie er niets anders opzat dan het hele ambitieuze project on hold te zetten.

Piekeren over een geschikte titel

Omdat ze alle reeds vertaalde en geïllustreerde gedichten uitvoerig hadden besproken voelde Dumas zich verplicht verder te werken. Er moest sowieso een bundel komen. Hoe intens Bouazza zich bij de vertaling ervan betrokken voelde, blijkt uit het Voorwoord. Zelfs over een titel als ‘Het Parijse Spleen’ zat hij urenlang te piekeren. Hij vond hem niet zo origineel, laat staan geslaagd. Op 4 november 2020 zond hij hierover volgende e-mail naar Dumas:

’Niet tevreden met de grammaticaal correcte titel Het Parijse Spleen, heb ik besloten de titel te wijzigen in Parijse walging. Semantisch is dit helemaal in orde. Alle goeds, Hafid.’

Werden de meeste illustraties in onderling overleg gekozen, dan zijn er toch heel wat na de dood van Bouazza geschilderd. Ze mogen best als een soort eerbetoon aan hem worden beschouwd. Het is in die zin dat Dumas besluit met:

’Nu maar hopen dat de dood niet alleen de verlosser van het vreselijke juk van de tijd is, waaronder de schrijver leed, maar ook de overweldigende extase bood die zijn vertaler zo goed begreep en waarnaar hij verlangde.’

Gedichten vol humor en muziek

Het toeval heeft gewild dat net zoals ‘Le Spleen de Paris’ na Baudelaire’s dood werd uitgegeven, hetzelfde gebeurt nu met ‘Parijse walging’ na het heengaan van Bouazza. ‘Parijse walging’ is in zijn drietalige uitgave (Frans, Nederlands, Engels), door de sublieme schilderijen van Dumas en de inbreng van Louise Varèse voor de Engelse vertaling, een sprankelende hommage aan Charles Baudelaire.

Wie zijn prozagedichten leest wordt nog altijd geraakt door de muzikaliteit ervan, de humor en een opmerkelijk gebruik van herhalingen die ze een bezwerend karakter verleent. Een bundel die in geen enkele boekenkast mag ontbreken.

Related Images: