Yves Knockaert nodigt de lezer uit op een muzikale exploratietocht

Yves Knockaert nodigt de lezer uit op een muzikale exploratietocht

Yves Knockaert, ‘Klassieke meesters’ 4 out of 5 stars

Acht jaar terug was auteur Peter Buwalda te gast in het VPRO-programma ‘Zomergasten’. Op de vraag hoe hij kennis maakte met klassieke muziek, antwoordde hij dat hij simpelweg de inhoud van een muziekwinkel had leeggekocht. ‘Je moet ergens beginnen en ik wist niet waar’, was het argument waarmee hij zijn gigantische aankoop verantwoordde.

Klassieke muziek valt misschien het best te vergelijken met klassieke architectuur. We wandelen dagelijks door steden waarin zich gebouwen bevinden die echo’s bevatten van Oud-Griekse architectuur. Toch sijpelt de visuele pracht van pakweg een Ionische zuil amper door voor de gemiddelde passant. We kennen het al. We hoeven er niet opnieuw naar te kijken. Zo ook is klassieke muziek alom tegenwoordig. In liften, bankkantoren en parkeergarages horen we muzakversies van composities van Mozart of Chopin. Maar kennen we die muziek werkelijk?

Vrij van exaltisch taalgebruik

Yves Knockaert (1954) schreef in het recente verleden monumentale biografieën over componisten Mozart en Schumann. Boeken die vrij vlot hun weg vonden naar melomanen. De opzet van ‘Klassieke meesters’ lijkt nog ambitieuzer: dit lijvig boek exploreert werk en leven van zevenentwintig componisten. Namen die we denken te kennen – Mozart, Beethoven en Händel – maar tevens een ondergesneeuwde figuur als de operahervormer Christoph Willibald von Gluck. ‘Klassieke meesters’ neemt de lezer mee op een muzikale ontdekkingstocht door de achttiende en negentiende eeuw.

Knockaert blijft daarbij ver weg van een exaltisch taalgebruik dat niet-kenners uitsluit. Hij duidt de muzikant en zijn composities binnen de context van hun tijd.

‘In Beethovens tijd hebben uitvoerders de gewoonte de muziek te traag uit te voeren omdat zij denken zo de expressie te kunnen verhogen […] Enkele decennia later later in de negentiende eeuw is de situatie omgekeerd: dan is het mode om alles zeer snel te spelen.’

Of: niet de compositie, maar vaak bepaalt de tijdsgeest de klankkleur van de muziek. Ook illustreert Knockaert hoe destijds meningen verschilden over wat we nu vandaag als ‘tijdloos’ interpreteren. De volkse inbreng van Joseph Haydn werd bijvoorbeeld niet door iedereen in de negentiende eeuw geapprecieerd:

‘Wagner heeft er zijn persoonlijke mening over: hij vindt dat Haydn grijpt naar ‘naar de onbeholpen en gezellige volksmelodie’ en daarmee ‘in een lagere sfeer, sterk bepaald door een beperkt lokaal karakter’ blijft steken.’

Geen rechte lijn

Dit boek maakt vooral duidelijk dat er geen rechte lijn loopt tussen conceptie van muziek en de algemene erkenning van die muziek als ‘klassiek’. Mozarts werk was bijvoorbeeld grotendeels vergeten tot Felix Mendelssohn zijn muziek opviste in de negentiende eeuw.

Hoewel de namen van de componisten chronologisch op de kaft afgebeeld worden, hoeft dit boek niet volgens dezelfde logica gelezen worden. De geïnteresseerde lezer kan inpikken waar hij/zij wil. De dwarsverbanden openbaren zich al lezend. Wie Mozart een warm hart toedraagt, zal quasi automatisch terecht komen bij het hoofdstuk over Haydn. En Brahms is moeilijk voor te stellen zonder zijn antipode Bruckner.

Wie niet de noodzaak voelt om als Peter Buwalda een complete muziekwinkel leeg te kopen of om wekenlang richtingloos klassieke muziek te streamen, doet er goed aan dit boek te lezen. Een geïnformeerde muziekliefhebber haalt meer uit haar/zijn muziek.

Related Images: