Een uniek afscheidscadeau van Jan Fontijn

Een uniek afscheidscadeau van Jan Fontijn

Jan Fontijn, ‘Stendhal. Een zwervende gelukzoeker’ 4 out of 5 stars

 ‘Een zwervende gelukzoeker’ is het laatst verschenen boek van de onlangs overleden neerlandicus en literatuurwetenschapper Jan Fontein (1936-2022). Fontijn kan zonder meer beschouwd worden als de inspirator van de Nederlandse schrijversbiografie.

Na meer dan 22 boeken te hebben gepubliceerd, met als recente publicatie ‘Moederskinderen: Over moeders en zonen’, ging zijn aandacht de jongste jaren uit naar Stendhal, pseudoniem van Henri Beyle (1783-1842). De beroemde Franse schrijver van ‘Le rouge et le noir’ (1830) die hij via de Nederlandse schrijver Edgar du Perron (1899-1940) had leren kennen.

Openhartig over zichzelf

Fontijn was een veelzijdig auteur die in alles wat hij schreef telkens iets over zichzelf vertelde. Zo schreef hij in ‘Biefstuk en benzine’ (2003) over zijn bewogen jeugd in een katholiek Amsterdams gezin. Een roman waarin een zoon zijn vader niet ontziet.

Zijn grootste succes als letterkundige oogstte hij voornamelijk als publicist van ’Tweespalt: het leven van Frederik van Eden tot 1901’ en ‘Trots verbrijzeld: het leven van Frederik van Eden vanaf 1901’, een tweedelige biografie van de beroemde Nederlandse auteur. Later volgde dan onder andere nog ‘Opgebouwd uit hetzelfde’ en een boeiende biografie van Jacob Israël de Haan.

Zijn fascinatie voor Stendhal is bepaald niet nieuw en gaat terug naar de jaren zestig. De periode toen hij voor het bijvak geschiedenis werkcolleges volgde bij historicus en schrijver Jacques Presser. Hij kreeg er de opdracht een referaat te houden over de correspondentie van Henri Beyle en zijn jongere zusje Pauline. Sindsdien zou de figuur van Stendhal neerlandicus Fontijn niet meer loslaten.

Er is met de jaren dan ook een soort verbondenheid tussen beiden ontstaan. Zoals Beyle in de wereld van Pauline probeerde binnen te dringen, zo openhartig schrijft Fontijn over zichzelf en zijn familie in ‘Biefstuk en benzine’, een autobiografische roman.

Een passie voor kwaliteitsvolle essayistiek

Er bestaat geen twijfel over dat Stendahl het beste voorhad met zijn zus Pauline die hij met adviezen overlaadde. Het is een thema dat aan bod komt in Fontijns ‘Opgebouwd uit hetzelfde’. Een boek over zusters en broers in de literatuur dat hij schreef volgens zijn visie op een biografie.

Een van zijn vaste stelregel luidt dat een biograaf zo nauwkeurig mogelijk bij de feiten dient te blijven, eraan toevoegend dat de verbeelding wel degelijk een rol speelt. Veel van wat Fontijn zo typeerde – zijn belezenheid, liefde voor de biografie, bewondering voor stilistisch vakmanschap en passie voor kwaliteitsvolle essayistiek – vloeit samen in ‘Stendhal. Een zwervende gelukzoeker’.

Zijn drieëntwintigste boek dat hem als literatuurwetenschapper dicht op de huid zit. Het illustreert zijn persoonlijke obsessies, de innerlijke wereld van zo door hem bewonderde Stendhal en de literaire betekenis van de Franse schrijver die geen enkel literair genre schuwde. In een heldere taal – het kenmerk van grote schrijvers – hangt hij een met uiterst precisie getekend portret van Stendhal. Zijn jeugdjaren, de geboorte van zijn schrijverschap, zijn verliefdheid op de moeder en hoe hij onder het bevel van Napoleon te paard door Rusland trok.

Uitvoerig aandacht wordt besteed aan zijn fascinatie voor Italië, in het bijzonder zijn liefde voor Italiaanse vrouwen. In een brief van 14 september 1818 schrijft hij onder andere:

‘De vrouwen in Italië, met de ziel van vuur die de hemel hun heeft gegeven, ontvangen een opvoeding die bestaat uit de muziek en een hoeveelheid godsdienstige kwezelarij. Het voornaamste punt is dat welke zonde men ook begaat, door deze te biechten, er geen spoor van overblijft. Ze zien vluchtig het gedrag van hun moeder; men huwelijkt hen uit; ze vinden zich eindelijk bevrijd van het juk, en, indien ze mooi zijn, van de jaloezie van hun moeder.’

De ultieme wens

Fontijn eindigt zijn boek met een vertaling van ‘Les privilèges’, een tekst die Stendhal kort voor zijn dood schreef. Een reeks van in totaal 23 artikels waarvan in artikel 7 te lezen staat dat de geprivilegieerde vier keer per jaar zichzelf kan veranderen in het dier dat hij zou willen, en vervolgens zich weer veranderen in mens. De ultieme wens van biograaf, schrijver en literatuurwetenschapper Jan Fontijn naar zijn geliefde Charlotte Mutsaers en hun hondje Lola toe?

Related Images: