Vladimir Nabokov en het schrijvend zoeken naar herinneringen

Vladimir Nabokov en het schrijvend zoeken naar herinneringen

Vladimir Nabokov, ‘Geheugen, spreek’ 5 out of 5 stars

In Patrick Modiano’s roman ‘Onzichtbare inkt’ (2020) vraagt hoofdpersonage Jean Eyben zich af of er ‘lege’ plekken bestaan in het bestaan. Blanco pagina’s in de agenda. Weken, maanden die verdwijnen uit het geheugen. Zijn ze effectief weg of wachten ze ergens in ons hoofd tot wanneer we ze terug tot leven wekken?

Vladimir Nabokov (1899-1977) is vooral bekend als de schrijver van ‘Lolita’ (1955). Een zegen en een vloek tegelijkertijd, omdat de reputatie van die roman grotendeels gebaseerd is op ‘van horen zeggen’. Voor wie effectief de ‘schandaalroman’ las, was het boek vaak het vertrekpunt voor een uitgebreide reis door het oeuvre van de Rus. ‘Pnin’ (1957), ‘Bleek vuur’ (1962) of ‘Ada’ (1969): het zijn werken die bijna illegale hoeveelheden leesplezier verschaffen.

Een aristocratische wereld

‘Geheugen, spreek’ (1951) is misschien wel het hoogtepunt van zijn schrijverschap. Het is een boek waarin hij terugkeert naar zijn jeugd, die zich afspeelt in het Rusland voor de revolutie van 1917. Lenin en zijn modernisme zijn nog veraf, de aristocratie bekleedt de sleutelposities in de Russische samenleving. Ziekjes in bed ziet de jonge schrijver hoe zijn moeder boodschappen doet in hun straat. Het is een tafereel dat weggelopen lijkt uit een kostuumfilm.

Ik keek nog altijd naar de slee toen ik die zag halt houden bij Treumann […] Even later kwam mijn moeder die winkel uit, gevolgd door de lakei. Hij droeg haar aankoop, die mij een potlood leek. Ik was verbaasd dat ze zo’n klein voorwerp niet zelf droeg.

Afwezige dramatiek

Grote gebeurtenissen zijn afwezig in deze autobiografie. Er zijn geen dramatische momenten waarin de auteur plots tot inzicht komt, noch verschaft Nabokov de lezer wijze levenslessen. ‘Geheugen, spreek’ bestaat uit een stroom herinneringen die lukraak lijken op te borrelen. Toch is dit een nauwgezette gecomponeerde autobiografie. Uit iedere zin spreekt een taalgevoel dat zijn gelijke niet kent.

Hoogstwaarschijnlijk bevat dit boek nogal wat zinnen die voor mensen die graag ‘duidelijke’ taal horen, ronduit gruwelijk zijn. Over huisvriend generaal Koeropatkin schrijft hij bijvoorbeeld:

Zijn gezette, in uniform gehulde lichaam knarste enigszins toen hij om me te vermaken op de divan waar hij zat een handvol lucifers uitspreidde, er tien van met de uiteinden tegen elkaar legde zodat ze een horizontale lijn vormden en zei: ‘Dit is de zee bij rustig weer.’

Nabokov schreef proza dat een beroep op ons beeldend vermogen, zonder goedkoop lyrisch te worden. De dichter Paul Valéry vergeleek ooit proza met wandelen. Volgens de Fransman is het doelmatig, eenmaal de bestemming bereikt ben je de wandeling vergeten. Dat kan misschien kloppen. Er bestaan evenwel verschillende wandelstijlen.

In de tred van deze Rus herkennen we het argeloze, wervelende van een kind dat door regenplassen springt. Maar ook de tijdloze elegantie van een persoon die met rustige beslistheid naar zijn bestemming schrijdt. Dit is onversneden klasse. Lege plekken in het geheugen bestrijd je met de pen, lijkt Nabokov te zeggen.

Related Images: