Gaat Streuvels nog over de toonbank?

Gaat Streuvels nog over de toonbank?

Stijn Streuvels, ‘Ingooigem. Herinneringen uit Het Lijsternest’ 4 out of 5 stars

Tot voor enkele jaren was het tevergeefs zoeken naar een titel van Stijn Streuvels (pseudoniem van Frank Lateur, 1871-1969) in de boekhandel. Was er nog belangstelling voor de schrijver die ooit als vernieuwer uit de Nederlandse letteren werd geprezen? Honderdvijftig jaar na zijn geboorte staat de West-Vlaamse bard met ‘Ingooigem. Herinneringen uit Het Lijsternest’ en herdrukken van vroegere romans nu weer volop in de belangstelling.

Na zijn dood in 1969 werd Streuvels langzamerhand als een literair curiosum weggezet. Zijn werk, dat was literatuur uit een vorige eeuw. Moeilijk leesbaar en door de tijd achterhaald. Het is zeer de vraag of, behalve ‘Het leven en de dood in den ast’, het opnieuw uitgeven van vroegere romans voor een Streuvels-revival zal zorgen. Zullen ‘De vlaschaard’, ‘De blijde dag’ of ‘De teleurgang van de Waterhoek’ (Mira) nog wel vlot over de toonbank gaan? Een opvallend werk in het rijtje heruitgaven is vast en zeker ‘Ingooigem. Herinneringen uit Het Lijsternest’. Een deel van zijn memoires waaraan hij ruim twintig jaar heeft gewerkt. Ze omvatten drie boeken genoemd naar de gemeenten waar hij achtereenvolgens heeft gewoond: Heule, Avelgem en Ingooigem. Zijn herinneringen in het laatste deel beginnen in 1905, wanneer hij te Ingooigem op een heuvel een lap grond koopt om er een huis te bouwen.

‘Het was immers nooit mijn bedoeling geweest hier als eenzaat (= kluizenaar) mijn bestaan te slijten, ik wilde ’t leven aangaan in zijn volledige vorm: een gezin stichten, ’t geen het doel en de bestemming is van alle leven wezen hier op aarde, waartoe de Schepper alle schepselen geschapen heeft.’

In alle talen zwijgen over Alida

Zijn hele leven lang heeft Het Lijsternest een cruciale rol gespeeld. Tal van voorname gasten als August Vermeylen en Camille Huysmans tot koning Boudewijn toe kwamen er over de vloer. Logisch dus dat hij zestien jaar voor zijn dood in zijn testament schreef dat zijn woning in zijn oorspronkelijke staat bewaard moest blijven. Hij schrijft er in zijn nagelaten geschriften dan ook meer over dan over Alida, zijn echtgenote, die als een schim aanwezig is. Zo verneemt de lezer dat de bouw van zijn woning ruim drie jaar duurde en er pas in 1925 elektrische verlichting was. De intrede van de radio vier jaar later veroorzaakte bij Streuvels voor een andere dagindeling.

‘Het avondwerk valt weg, om te luisteren naar muziek. Een middel om vertrouwd te geraken met klassieke meesterwerken.’

Streuvels contra Cyriel Buysse

Het zijn vooral zijn ontmoetingen en herinneringen aan tijdgenoten die zijn memoires in een boeiend historisch perspectief plaatsen. Hoe het hem maar niet lukt bij Karel van de Woestijne, die hij goed heeft gekend, de dichter met de mens te verzoenen. Of hoe hij het niet zo goed begrepen heeft op Cyriel Buysse, die hij ervan beschuldigt op zijn dorpsgenoten neer te kijken. Ofschoon Streuvels hem een goed verteller vindt, kan hij het niet nalaten te vermelden dat hij altijd laag bij de grond bleef. Om hem talloze bladzijden verder alweer op de hak te nemen.

‘Die kleine stukjes van Buysse (impressies, herinneringen) hebben over ’t algemeen niet veel te betekenen: gevalletjes, anekdoten van niemendal en vooral als de schrijver er persoonlijk zelf in voorkomt.’

Tientallen bladzijden zijn gewijd aan zijn reis die hij in 1935 naar Palestina en Egypte maakte. De mooiste fragmenten van het boek staan in ‘Nulla dies sine linea’ (‘Geen dag gaat voorbij zonder schrijven’). Hier treedt de ware schrijver op de voorgrond, laat Streuvels in zijn ziel kijken. De ziel van een eenzame schrijver die te weinig onder de mensen kwam, maar die nu anderhalve eeuw later weer prominent in de boekhandel aanwezig is.

Related Images: