Davis’ passie voor het exacte woord op de juiste plaats

Davis’ passie voor het exacte woord op de juiste plaats

Lydia Davis, ‘De schoonheid van weerbarstig proza. Over schrijven, lezen en kijken’ 3 out of 5 stars

‘Ze loopt …        
… langzaam door het huis … (spreekt geen geluksgevoel uit)      
… langzaam en met lichte tred … (te uitleggerig)            
… langzaam, aandachtig door het huis … (niet sterk genoeg)      
… langzaam door het huis, aandachtig, balancerend op de bal van haar voeten … (te omslachtig)’

Eén bladzijde en vele variaties verder is de zin af. Lydia Davis wijdt er een volledig essay aan, met de toepasselijke titel: ‘Het herschrijven van één zin.’ Heerlijk is het, zo’n inkijkje in de werkwijze van Davis, nog steeds de onbetwistbare koningin van het korte verhaal.

In ‘De schoonheid van weerbarstig proza’ vertelt Davis over haar reis door en naar het schrijverschap, haar invloeden en inspiratiebronnen. Het boek bevat een selectie essays uit de jaren ’70 tot heden over ‘schrijven, lezen en kijken’. Al voldoet die ondertitel niet helemaal, want ook het geheugen en de Bijbel komen aan bod. Het boek maakt deel uit van een tweeluik. Terwijl dit deel focust op schrijven, zal deel twee vooral gaan over vertalen. 

Davis’ essays vertonen geen eenduidige stijl of opbouw. Ze geeft haar nieuwsgierigheid vrij spel; het boek springt alle kanten uit. Ze vertelt over de openbaring die Beckett voor haar ontwikkeling als auteur vormde, gidst ons door de wereld van het (zeer) korte verhaal en deelt en passant haar blik op enkele beeldende kunstenaars. Het grootste podium is voor Franse auteurs zoals Proust, Blanchot en Flaubert, die Davis naar het Engels vertaalde. 

Niet alleen het proza dat ze bejubelt, maar ook de essays zelf zijn soms behoorlijk weerbarstig en experimenteel. Ze strooit kwistig met titels en namen, gaat volledig op in minutieuze lectuur van een aantal gedichten en schotelt ons abstracte analyses voor. Her en der klinkt ze als een strenge docent, die haar pupillen verplichte kost over syntaxis opdringt. En die lessen uitdeelt: etymologie is belangrijk voor een auteur in spe. Wie een woord als ‘gubernatorial’ wil gebruiken, moet weten waar de wortels ervan liggen. Ook de volgorde in opsommingen moet esthetisch kloppen. Het kost ons geen enkele moeite om ons Davis voor te stellen als een Flaubert, die zijn zinnen luidop leest om ze te testen op ritme en klank.  

Maar vaker is ze de gepassioneerde leerkracht wier liefde voor het exacte woord de hele bundel dooradert. Ze neemt ons, haar pupillen, mee op een ontdekkingstocht langs korte verhalen, deelt als in een onderonsje haar vijf favoriete exemplaren en leert ons anders kijken. Onbeholpen taal kan mooi zijn, vertelt ze. Elke mail, elk brokje taal bevat kiemen voor een verhaal.

Ook haar verwondering werkt aanstekelijk. In het essay ‘Terwijl ik las’ stappen we met Davis mee in een associatieve reis langs tijdrekeningen, Hettieten in het zuidoosten en de etymologie van het woord ‘toendra’. Elders beschrijft Davis haar fascinatie voor een kort Tsjeremissisch gedicht, dat amper drie regels telt, en vraagt ze zich oprecht af waarom het haar blijft ontroeren en verrassen: ‘had ik die rode wanten maar niet gebreid. / ze zijn klaar, / maar mijn leven is voorbij.’

Als essayist is Davis taaier te verteren dan als verhalenverteller. Maar ondanks enkele vermoeiende passages is het aan het einde toch Davis’ passie die nazindert. Het geeft ons vooral zin om terug te grijpen naar haar korte verhalen en te genieten van elk goedgekozen woord, op de juiste plaats. 

De schoonheid van weerbarstig proza Book Cover
De schoonheid van weerbarstig proza Atlas Contact 416 p. Originele titel: Essays one
Vertaler: Nico Groen, Nicolette Hoekmeijer

Related Images: