Sprankelend proza van Benno Barnard

Sprankelend proza van Benno Barnard

Benno Barnard, ‘Afscheid van de handkus’ 4 out of 5 stars

Benno Barnard (1954) is in alle opzichten een eigengereid schrijver. Het type dat zich niets aantrekt van wat de literaire markt verlangt. Nu autofictie volop in de lift zit pakt de Nederlander uit met ‘Afscheid van de handkus’. Een korte intrigerende roman als sluitstuk van zijn dagboek ‘Bladzijden van een brillenjood.’

Al eerder ontpopte Benno Barnard zich met bravoure als een meester in het schrijven van dagboeken. Met ‘Dagboek van een landjonker’ (2013) en ‘Zingen en creperen’ (2019) bewees hij eerder al zijn stilistisch vakmanschap. Vader Willem Barnard, een dominee, was eveneens een begenadigd dagboekschrijver en werd onder het pseudoniem Guillaume van der Graft als dichter alom gewaardeerd. Zoon Bernard zet nu een stap verder en komt nu met een roman aanzetten. Iets waartoe hij zichzelf wellicht gedwongen heeft.

Een echte verrassing is het geenszins. Hij is immers, zoals Jeroen Brouwers jaren geleden al opmerkte, een ware oeuvreschrijver. Wat hij beoogt komt telkens weer in een zorgvuldig gepolijste variabele vorm terug. In die zin is ‘Bladzijden van een brillenjood’, meer dan driehonderd bladzijden journaalproza, niet enkel een genealogische verkenningstocht maar tevens het relaas van interessante ontmoetingen, reiservaringen. Het neerschrijven van kleine dagelijkse rituelen, of het rapporteren hoe hij een hekel heeft aan allerlei nutteloze veranderingen.

`

Het leven van elke dag in een landhuis

`Blijft de vraag of het dagboek een volwaardig literair genre is. Het is alom geweten dat W.F.Hermans vond van niet, hij keek erop neer. Voor hem was fictie de uitgelezen prozavorm, daar viel nu eenmaal niet over te redetwisten. Barnard wakkert de discussie weer aan als hij schrijft dat hij de brieven van Gustave Flaubert nu eenmaal interessanter vindt dan het gezucht van Madame Bovary.

Een manier om zijn journaalproza te verdedigen? Best mogelijk, hoewel hij vanuit zijn zeventiende-eeuwse landhuis in East Sussex over alles en nog wat reflecteert om het vervolgens in lenig geschreven volzinnen de lezer te serveren. Het leven van elke dag: wandelen met de hond, naar het voetbal gaan, boeken uit de wereldliteratuur lezen, enzovoort. Er is verder het gezinsleven met het verlies van een dochter, een zoon die in Amerika woont en een echtgenote die voor haar job in de Europese Unie naar Brussel pendelt. Ook al komt hij soms vrolijk uit de hoek, hij schuwt de kritiek niet en aarzelt niet sommigen een sneer te geven.

‘Nu al anderhalve week werk ik mee aan een vorm van teleonthaal: ’s avonds kan de Vlaamse poëzieliefhebber een centraal nummer bellen ten einde te worden doorverbonden met een ‘dichter van wacht’. (…) Wie niet meedoen: onze bekende sociaal bewogen dichters, die in geschrifte altijd op de barricaden staan voor onderdrukte volkeren en minderheden. Geen Verhelst, Lanoye of Ducal. Waar zijn jullie, lummels, kletsmeiers, nu jullie is gevraagd om ethiek in de praktijk, voor de buurvrouw om zo te zeggen.’

Wie schuilt er achter Nathan Raab?

En dan zijn er de vele herinneringen bijvoorbeeld aan Rozendaal waar hij een groot deel van zijn jeugd heeft doorgebracht. Zijn vader, wiens schaduw nog altijd over hem hangt, was er de plaatselijke dominee. Het beeld van zijn ouders is haarscherp gebleven.

‘En toch was hij niet ouderwets, geen slachtoffer van onvruchtbare nostalgie, vreemd aan al het nieuwe. Hij stond wel degelijk de vrouwenemancipatie voor; hij en mijn moeder behoorden tot de schaarse christenen die lid waren van de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming.’

Dagboeknotities die als een soort introductie dienen voor ‘Afscheid van de handkus’, een korte roman met Nathan Raab – een boekenantiquaar – als hoofdpersonage. Raab is zonder meer het alter ego van Barnard die op zoek gaat naar zijn roots. Uit alles wat je leest blijkt zijn fascinatie voor het Jodendom en zijn bewondering voor het proza van Joseph Roth. Hoe anders vallen zijn uitstappen naar het vroegere joodse verleden van de Balkan en de Oostenrijk-Hongaarse dubbelmonarchie te verklaren? ‘Afscheid van de handkus’ is beklijvend proza – een vernuftig gecomponeerd schimmenspel – van een schrijver die zich, ook als dichter, al jarenlang op het hoogste literaire niveau bevindt. Benno Barnard is een taalvirtuoos die, net als Jeroen Brouwers, wonderbaarlijk mooie regels uit zijn pen laat vloeien.

Related Images: