Rebecca West overstelpt de lezer met behaagzuchtig proza

Rebecca West overstelpt de lezer met behaagzuchtig proza

Rebecca West, ‘De familie Aubrey’ 2 out of 5 stars

Romans over families. Niet zelden bieden ze een panoramische blik op de maatschappij waarin de bloed- en aanverwanten zich bewegen. Evelyn Waugh portretteerde bijvoorbeeld het verval van de aristocratische klasse in het post-W.O. I Engeland via het geslacht Flyte in Brideshead Revisited (’45). Wie een idee wil krijgen hoe het er aan toeging in Zuid-Italië na de Tweede Wereldoorlog, kan haar/zijn toevlucht zoeken tot de recente Napolitaanse romans (2011-14) van Elena Ferrante.

Het verloren paradijs uit de kindertijd

Wie de achterkaft van Wests vuistdikke roman leest, wordt een inkijk beloofd in het Londen van vlak voor de Eerste Wereldoorlog. Rebecca West (1892-1983) verdiende haar reputatie als ‘reus van de Engelse literatuur’ vooral op basis van non-fictie. Voor The New Yorker leverde ze o.a. stukken af over de Nürnberg-processen (’45-’46). ‘De familie Aubrey’ – oorspronkelijk uitgebracht in ’56 – daarentegen is semi-autobiografisch. Het boek is het eerste deel van een trilogie.

Vanaf de eerste zinnen wordt duidelijk dat dit een werk is waarin herinneringen aan de kinderjaren centraal staan. Een pastorale idylle. Een moeder op het platteland met pianospelende dochters. Paarden in de stallen. Een afwezige vader in de stad.

Toch wordt de paradijselijke sfeer verstoord door onheilstijdingen. De berichten van vader brengen moeder uit balans. Keer op keer benadrukt ze dat de familie ‘niet arm’ zal worden. Wanneer de stad een eerste keer wordt aangedaan, is de verwondering groot over het verval.

We stapten in een bedompt huurrijtuig voor de rit naar een station op de andere over de Theems, die we smerig vonden. […] We pakten een trein die heel langzaam tussen naargeestige huisjes door reed. […] Liepen een krakkemikkige trap af en moesten wachten tot iemand een rijtuig had geroepen. […] We stopten na een lange rit voor het kantoor van de krant, dat gevestigd was in een afgrijselijk victoriaans gebouw van geelgroene baksteen.

Levendige details

Toch blijft het beeld van Londen niet eenzijdig naargeestig. Er sijpelen in ‘De familie Aubrey’ de nodige levendige details door van hoe er geleefd werd in het Londen aan het begin van de twintigste eeuw. Hoe er bijvoorbeeld een kop thee werd geserveerd. Ondertussen strompelt de familie Aubrey van de ene kleine crisis naar de andere. Geld is daarbij een aanslepend probleem. De artistieke ambities blijven daarentegen overeind. Muziek is een constante doorheen ‘De familie Aubrey’. Bijna ieder tafereel roept een muzikale associatie op bij de vertelster.

Waarmee we aanbeland zijn bij de relatieve zwakte van Wests proza. West laat bar weinig over aan de verbeelding van de lezer. Haar proza is tot aan de nok toe gevuld met adjectieven. Moeder kijkt haar kinderen aan met ‘vlammende zwarte ogen’. De zus laat haar ‘mond openvallen als een vis’. Soms staat het ook de begrijpelijkheid van de tekst in de weg.

Het was geen hartverwarmend genot dat ik ervoer, maar een verheven, alsof het noorderlicht me wiegde en me meevoerde door de lucht.

Wat moeten we ons daarbij voorstellen? Op een andere plaats in de roman is een personage ‘verrukt van moed’. Het neigt bij momenten sterk naar een vorm van sentimentele burgerlijkheid. Alsof West de lezer uit het oog verliest, danig geabsorbeerd door haar herinneringen.

Wie abstractie kan maken van het behaagzuchtige proza, houdt een roman over die een tijdperk evoceert waarin economische belangen de overhand nemen op artistieke ambities.

Related Images: